Nederlandse miliciens naar Nieuw-Guinea
Het zal nu bij de wet mogelijk zijn Nederlandse troepen naar Nieuw-Guinea te zenden. Die wet had niets te betekenen, lezer, niets meer dan een eenvoudige aanpassing van de dienstplichtwet bij de grondwet, dus niet meer dan een technisch-juridische kunstgreep. Niemand behoeft zich dus ongerust te maken of op te winden, als straks een contingent van ‘onze jongens’ de rust en orde in het verste Oosten voor onze eer met hun leven gaan waarborgen. Het binnenland is er ondoordringbaar genoeg om hun veilige dekking te bieden, een veilige dekking ook voor de vaststelling van wat er kan gaan geschieden. De bloedige druppels doodsberichten zullen wel weer in onze krantenkolommen de rijen van enkele jaren geleden gaan aanvullen: bij een overval op een Nederlandse patrouille hebben het leven gelaten de dienstplichtigen.... In Amerika heeft men de ‘pratical joke’ in de zomer kerstliederen uit te zenden voor hen die in het weekeinde-verkeer zullen omkomen en ze dus op het eind van het jaar zullen moeten missen. In ons brave vaderland zullen de moederlijke comités wel weer verrijzen die onze jongens met Kerstmis het vege lijf met pakketjes denken op te vrolijken. Men zal overigens ook wel op een aardig percentage vrijwilligers rekenen, daar valt dan niets op te zeggen, en er zijn er genoeg die hun vaderlandse plicht wel verstaan, want ‘tussen de keerkringen genieten te dienstplichtigen verhoogde militaire inkomens’.