De Nieuwe Stem. Jaargang 14

[p. 465]

[S.I.K.A.-nummer, 8/9]

Ter inleiding.

Na een incidentele samenwerking werd in 1952 officieel de S.I.K.A. (Samenwerkende instituten voor kunstonderwijs te Amsterdam) opgericht. Aangesloten instituten waren: Rijksacademie voor Beeldende Kunsten, De Toneelschool, Academie voor Bouwkunst, Amsterdams Conservatorium en Instituut voor Kunstnijverheidsonderwijs; later, na de officiële erkenning, trad het Muzieklyceum toe.

Naast jaarlijkse demonstraties en tentoonstellingen vormde een vast punt: het studium generale. De onderwerpen en uit te nodigen sprekers werden gekozen door de senaat, bestaande uit afgevaardigden van de deelnemende instituten en het curatorium, gevormd door de directeuren.

In den beginne was de instelling van het studium generale bedoeld als aanvulling op de theoretische leerstof en verplicht gesteld voor alle eerstejaars leerlingen; tevens was het een middel om deze met

[p. 466]

elkaar in contact te brengen; later werd deze verplichting opgeheven en namen vooral ouderejaars deel aan de lezingenreeks, die meestal uit acht tot tien inleidingen bestond en voor de kerstvacantie op achtereenvolgende maandagmiddagen in de Bachzaal van het Conservatorium plaats vond.

Onderwerpen waren in de loop der jaren o.a.: De Renaissance, de situatie van de kunst omstreeks 1900, Oosterse Kunst, Beeld en Beweging’.

Voor de cursus 1958-1959 heeft de senaat zich een voorstander getoond van een reeks inleidingen waarin oudere kunstenaars en kunstbeschouwers zich uitspraken over hetgeen hen in hun jeugd had gestimuleerd en bezield om daardoor mede tot een duidelijker inzicht in de huidige situatie te komen. Het is verheugend dat hiervoor van de kant van de redactie van ‘De Nieuwe Stem’ een zodanige belangstelling bestond dat de resultaten hiervan in de navolgende overzichten te boek zijn gesteld.

W.PH. POS

President-curator v.d. S.I.K.A.