De Nieuwe Stem. Jaargang 14
(1959)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 401]
| |
Horizonverheffingde horizon heft hoog
de logger in het azuur
zal de bemanning
hemelse schipbreuk lijden
| |
Optischhet schip zinkt in de horizon
zal jij zo voor mijn ogen
zinken in een graf
dan zal ik kijken
als naar dit schip
en denken
gezichtsbedrog
| |
[pagina 402]
| |
Begrenzingachter de horizon
boven de sterren
onder mijn huid
ontmoet ik de dood
| |
Zieneen steen wordt anders door mijn zien
de zee verandert tegen mijn kijken in
| |
Achter glasmijn vingertoppen raken het vensterglas
niets heb ik dichter ooit benaderd
mijn ogen rusten op de horizon van de Noordzee
dichterbij heb ik nooit iets gezien
ook jouw ogen niet
| |
[pagina 403]
| |
Evenwichtvoor mij niets nieuws meer
wat ook de Noordzee verbergt
het is mijn zee
voor mij niets ongekends meer
welke dood ik ook ga sterven
het is mijn dood
| |
Eigen wegde horizon is meer van ons
dan gebaande wegen
niemand ontmoet een ander
op zijn horizon
| |
Nil admirariieder mens ontslaapt op tijd
de bomen groeiden
waar ze staan
het stuivend zand komt daar terecht
waar het dan ligt
maar mijn verwondering is niet te voorzien
niet te achterhalen
| |
[pagina 404]
| |
Kindszij is weer kind geworden
het grijze haar
hangt met gestrikte linten
op haar rug
er lopen kinderen rond
ouder dan hun moeder
| |
Partitatot jij terugkomt
ben ik bang voor de partita van Bach
die opengeslagen
boven de pianotoetsen staat
dat notenschrift verzwijgt
wat ik jou wil horen spelen
om te beseffen dat je leeft
|
|