die opgaan in hun natuurwetenschappelijk of technisch onderzoek; de politici, sociologen, ambtenaren e.d., die het technisch-wetenschappelijk gevondene voor de massa bruikbaar maken; de werkers, die ergens een miniem aandeel aan het proces hebben, maar een groeiende welstand als het ware toegeworpen krijgen.
De eerste groep vindt een zin in zijn bestaan, omdat dit gericht is op theoretische of praktische waarheid; de tweede groep vindt een zin in zijn bestaan, als dit werkelijk gericht is op de zorg voor anderen; de derde groep vindt... welstand. Is het mogelijk deze derde groep zo te boeien voor het avontuur van het overwinnen van de weerbarstige krachten der natuur, dat het daardoor een zin in zijn bestaan vindt? Is dit niet te abstract voor allen, die wel in het arbeidsproces staan, maar onmogelijk door de richting, waarin zich het avontuur beweegt, geboeid kunnen worden, omdat zij daarbinnen zo miniem betrokken zijn, dat het niet tot hen kan spreken. Een massapropaganda, zoals totalitaire regimes die gevoerd hebben ofwel nog voeren, mislukt, doordat zij tot onechtheid, collectieve hysterie leidt (Mussolini, Hitler) of gelukt, althans voorlopig, omdat zij in feite op heel andere motieven een beroep doet (het communisme).
Het is waar, dat de mensheid nog niet begonnen is met het overwinnen van de krachten der natuur in één gemeenschap. Maar zij is hier wel reeds een eind mee gevorderd in bepaalde gemeenschappen: de West-Europese, de Noord-Amerikaanse, de Russische. Wat zien wij daar? Een wetenschappelijk-technische elite, die opgaat in haar werk. Een groep van politici, ambtenaren enz., die voor een deel op het welzijn der anderen gericht is; voor een deel gevangen is in eigenbelang, sleur en arrivisme. De grote groep van werkers, die profiteert van de toenemende welstand, maar zich niet bekommert om de zin van dit alles, doch wegglijdt in genotzucht, sensatie, gemak en verveling. Kortom het resultaat is het ontstaan van een burgerlijke voldaanheid, die samengaat met een onderbewuste menselijke onvoldaanheid, die allerminst het type mens is, dat Wertheim zich als ideaal stelt.