Prof. Dr. L. Flam. De morele crisis van onze tijd. Wereldbibliotheek, Amsterdam-Antwerpen, 1958 (Wereldboog, 118)
‘De academische filosofie, die zich nog steeds doet doorgaan voor de filosofie, heeft schipbreuk geleden’ schrijft de Vlaamse filosoof die daarmee allerminst wil zeggen dat er een einde aan de filosofie is gekomen, want: ‘filosofie is een bewuste explicatie van het eigen zijn, d.w.z. de enkeling denkt over zichzelf na (hij denkt na...) omdat hij is en zijn wil’. Het is in een gepassionneerde dialectiek en vanuit een geestdriftige morele bezinning, dat deze filosoof zoekt naar een nieuw moreel perspectief.
De mens filosofeert uit onrust en deze onrust drijft hem tot bezinning, tot het nadenken over de moraal, maar bezinning en daad, theorie en praktijk moeten een eenheid vormen. Het zijn de grote onpstandelingen (actieve, meditatieve of profetische) die de geschiedenis van de mens richting geven. Zo is ongeveer de gedachtelijn die door dit boekje loopt, maar hierom heen is een driftig arabeskenspel getekend, want Prof. Flam haalt veel aan en overhoop, waarmee men kan instemmen of wat tot nadenken of verzet prikkelt. Zijn denken mag niet steeds origineel zijn, het is bepaald niet conventioneel en conformistisch. Enkele korte citaten mogen bij benadering enige indruk geven van de toon en sfeer van dit essay: ‘Men (kan) nihilisten noemen al degenen die de rust bezitten... of denken te bezitten als het goede, een onwrikbare waarheid, een geloof...’ ‘Uitdrukkingen van het burgerlijke nihilisme zijn de grote ongezellige ongezelligheid, de zucht naar succes, naar ontspanning, naar oppervlakkig plezier, ook alle uitingen die de twijfel van alle aard willen bestrijden. Nihilisme van dezelfde aard is het kleinburgerlijk spelen met ideeën, dat men algemene cultuur noemt’. ‘Een maatschappij die van technische overwinning naar technische overwinning gaat, heeft zichzelf ten dode opgeschreven, wanneer zij geen mensen heeft die haar stil, maar dringend naar haar rechtvaardiging vragen, net zoals Sokrates het ironisch deed.’ Onder de boeken die de crisis of de ‘nood’ van onze tijd behandelen, vaak een grauwe rij van gemeenplaatsen, neemt dit boekje volgens mij een opvallende plaats in waarvoor aandacht mag worden gevraagd.
O.N.