tische theorie, waarvan in zijn werk nooit veel blijkt, waren het de beestachtige fusillades van jonge, geestdriftige Chinese revolutionairen door de Kuo Min Tang-militaristen en vooral ook de agressie van Japan, die hem er, na zeer veel weifelingen en twijfels, en zonder dat hij ooit lid van de partij werd, toe brachten, 'n fellowtraveller te worden en in samenwerking met de communistische partij de leiding der ‘Liga van linkse schrijvers’ op zich te nemen. Hij stierf zonder de overwinning van Mau Tze-toeng en de praktijk van het communisme in China beleefd te hebben.
Zoals de Japanse Loe Sjuun-specialist Takeuchi Yoshima overtuigend aantoont, begon de verering van Loe Sjuun pas na zijn dood. Academies werden naar hem genoemd, de huizen waar hij gewoond had veranderd in musea, Mau Tze-toeng sprak woorden, die in ieder werk over Loe Sjuun geciteerd worden, en op het ogenblik kan men zeggen dat hij posthuum tot de nieuwe God der literatuur van China is verheven en algemeen als de ‘vader der nieuwe Chinese literatuur’ beschouwd wordt.
Het proefschrift van mej Huang volgt vrij getrouw het beeld, dat de officiële Russische en Chinese hagiografieën van Loe Sjuun plegen te geven, maar is van waarde door de vele, hoewel enigszins eenzijdig gekozen, citaten uit de slechts voor weinigen toegankelijke Chinese tijdschriften van die woelige periode. Van de gespletenheid in zijn wezen, van zijn aangeboren diepe melancholie en misanthropie, zijn liefde voor rust en studie, waaruit hij zich slechts uit plichtsgevoel losrukte, kortom van dat wat hem, juist in tegenstelling tot de moderne Chinese literaten, zo menselijk en zo veelzijdig maakt, schijnt zij weinig bemerkt te hebben. En vooral verzuimt zij volkomen er op te wijzen, welk een ontzaglijk principieel verschil er bestaat tussen een zo merkwaardig critisch werk als ‘Ah Q’ en de tegenwoordige zwart-wit-tekening der Chinese ‘littérature de commande’.
Het is daarom van uitermate groot belang dat men zich ook in Europa, zonder al te veel rekening te houden met de communistische interpretaties van een Feng