tische invloed in de regering op deze wijze terugdrong, niet ondanks, maar juist wegens de groei van het kiezerskorps der P.v.d.A. Dezelfde tendentie deed zich na de hernieuwde socialistische zege van 1956 opnieuw voor: het volk stemde in ruimer mate socialistisch, de regering moest ‘dus’, om dit te neutraliseren, rechtser worden.
Zo vormde zich binnen de brede basis van de nieuwe koalitie een... nieuwe, anti-socialistische koalitie, bestaande uit de konfessionele regeringspartners. De onverwachte ekonomische bloei, een kwestie van wereldkonjunktuur, maakte het in de jaren 1952-1956 nog mogelijk de tegenstellingen te verhullen. Er werd goed verdiend, de definitieve ouderdomsvoorziening kon starten, en kort voor de verkiezingen van 1956 kon er zelfs na een eerste breuk in de Stichting van de Arbeid een zogenaamde ‘welvaartsloonronde’ af. Maar toen de verkiezingen voorbij waren bleek het effekt van de inmiddels reeds weer inzakkende wereldkonjunktuur, en de bestedingsbeperking kwam als de kater na het feest. En nu kon zich uiteindelijk kristalliseren, wat reeds in 1952 was aangebracht: de konfessionele kombinatie tegenover de socialisten, en dat allemaal binnen de brede basis der regering zelf.
Zo was de oplossing der regeringskrisis verbluffend eenvoudig. De formatie zonder socialisten duurde misschien evenveel dagen, als de kabinetsformaties met de socialisten in 1952 en 1956 maanden hadden geduurd. De nieuwe regering was er immers al, de rechtse kombinatie was reeds gevormd, en behoefde slechts een nieuw hoofd: dat van Beel, de staatsman van de Tweede Politionele aktie in Indonesië, de staatsman die zich uit zijn publieke funkties had teruggetrokken toen hij als één der ‘wijze mannen’ de krisis rond het koninklijke hof (zomer 1956) moest helpen oplossen, en die nu, opnieuw politiek mens geworden, de eerste na-oorlogse rechtse regering bekroont. Er bleef niets anders te doen, dan de voormalig socialistische portefeuilles over de overgebleven konfessionele ministers te verdelen. Het herstel van Nederland is kompleet: het draagt het hatelijke gezicht van de restauratie der