De Nieuwe Stem. Jaargang 13
(1958)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 723]
| |
2De dichters hebben vrij.
zij lopen languit
over land
en langs het water.
ik zie de zwijger
en de prater
ik zie de snelle
en de trage
en ook dat zij
hun hart
op handen dragen -
alleen vandaag.
alleen vandaag
is dat te wagen.
| |
[pagina 724]
| |
3Ik heb vrijaf.
ik zet de thee
en snijd het brood.
ik heb de dag mee
en groei groot
boven mezelf uit.
ik poets de schoenen
van mijn kroost
ik snuit hun neuzen.
er zijn geen tranen
voor mijn troost
niets wacht mijn leuzen
van verwijt
of van beloning.
er is geen misverstand
in deze woning.
|
|