De Nieuwe Stem. Jaargang 13(1958)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 609] [p. 609] Lizzy Sara May Door de lens van een grootogig dier altijd altijd vind ik jullie weer in mijn niet te sluiten opslagruimte slag die geluidloos ligt tussen hamer en aambeeld mond die zich beweegt tussen gebaar en huid zo diep zo diep een plaats een voorbehoud urn in een waakzaam lichaam naakt en ondeelbaar waren jullie en vereeuwigd nu tussen verte en heimwee verwaterd onweer zwart en uitgehold ik moet jullie groeten moet absoluut mijn hand uitstrekken tussen uitdrukkelijke grenzen paal en perk jullie torenhoge ruïnen van de nacht met open ogen [pagina 610] [p. 610] ik kijk in je ogen je weerzinhuisje en zie dat mannetje en vrouwtje uitgevlogen zijn ik kijk in je ogen je muilkorf en zie stapvoets de dodentaal naar binnen gaan ik kijk in je ogen een waterdicht schot en zie mijn zelfportret in het glazuur over je nachtgesprek ik lig onder de rook van je ogen een dok en zie mijn vredespaard in de jajateugels op de helling geschoven [pagina 611] [p. 611] Etappen in nul tussen de laatste kooi en het slapend water de glazen seinhand tussen het slapend water en de stap de huig van de gesloten straat tussen de huig en de trillende cirkel de slijpende snavel de huid van het water is het starend oog der stilte Ballade van de kapitein zie hier voilà de kapitein is een menselijke man hij instrueert in atonen in htomen de kapitein is zijn eigen appel is zijn eigen ei wij geven hem bloemen voor zijn vrouw hoera [pagina 612] [p. 612] de kapitein is een man dat is zeker hij drukt op knopjes van de toekomst hij is de drukknopitein van zijn eigen appel van zijn eigen ei wij vieren hem een borrel om hem te belonen hoera want de knopitein heeft het druk met de mensheid hij is de liefhebbende echtgenoot van de mensheid hij geeft haar zijn eigen appel en zijn eigen ei en zijn overuren geeft hij aan ons allemaal ja ja wij kunnen niet meer buiten lang leve onze drukknopitein hoera Vorige Volgende