Deze gemeenschappelijke bezieling, die schoner was dan de vreugde om de eindelijk gekomen bevrijding, is stukgebroken op de werkelijkheid. Zij, die er zich aan overgaven, dachten ten onrechte dat men de plooien kan wegstrijken uit een oud gelaat. Zij hebben in hun idealisme [A: drang tot vernieuwing] de zwaarte onderschat van de krachten van het verleden, die zij streefden te verwinnen. [A gaat verder: De gunstige conjunctuur ging voorbij en het land viel terug in de oude scheidingen.]
En zo is er bij velen teleurstelling over de hunkerend verwachte overwinning; internationaal, nationaal. Ook in persoonlijk opzicht is dat zo: de goede voornemens uit de jaren van druk zijn gebleken moeilijker te verwezenlijken dan toen werd gedacht. De strijd tegen de misdadige vijand moest vaak worden gevoerd met middelen even laag als de zijne en die vijand kon niet worden overmeesterd, zonder dat van het gif van zijn gewetenloosheid ook in ons iets achterbleef, zonder dat [A: veel materiële en] ook morele schade werd opgelopen.
En zo is de overwinning geen vast bezit voorgoed geworden, maar een geschenk, dat wij gevaar lopen te verspillen. De overwinning was moeilijk, de toewijding en het offer van ongeteld duizenden zijn er voor nodig geweest. Op ons, die haar hebben overleefd, rust de verantwoordelijkheid, in hun geest verder te gaan. Zij schonken het hoogste en zo hebben wij het beste te schenken. Het is goed, dat wij heden de overwinning herdenken.
Als historisch feit ligt ze achter ons, als geestelijk hoogtepunt boven ons, als een hoogtepunt waarvan wij zijn afgegleden, maar in zedelijk opzicht ligt ze voor ons, als een taak en als een richtsnoer, dat herinnert aan de hoge idealen, waartoe wij werden getild, toen de dodelijke bedreiging van de vrijheid van ons volk de scheidingen onbelangrijk maakte [in A volgt nog: die we in voorspoed voor wezenlijk hadden gehouden] toen alle krachten zonder voorbehoud gericht werden op de éne nationale zaak, die déél was van de zaak der mensheid.
Wij zijn ver af nu van de overwinning en ik vrees, dat dat niet zozeer in tijdelijk, als vooral in geestelijk opzicht zo is.
En toch, of liever: juist daarom laat ons dankbaar zijn voor de overwinning, laten we hén in ons hart dragen, die zich voor haar hebben gegeven en die haar niet hebben aanschouwd. Laten we onze bondgenoten van West en Oost blijven zien zoals we ze zagen in het uur van de overwinning, laten we terugleven in de geest, die ons toen heeft bezield.