Annie Romein-Verschoor
Nederlands proza
Jeanne van Schaik-Willing: Onder wiegende sterren Logboek van een vrouw, 1957. N.V. Em. Querido's Uitgev. Mij., Amsterdam.
Dit verhaal over een reis langs een aantal Middellandse Zee-havens begint met een luchtig filosofietje over het reisverhaal, waarin de schrijfster a.h.w. achteraf haar bestek uitzet, want ze is onverwachts vertrokken zonder tijd voor overweging of voorbereiding. Geen sentimentele reis wilde ze maken en ook niet die van de systematische detailopsommers. Ze zoekt het ‘innerlijk avontuur’, ze wil ‘zich door wat zij ziet laten bespelen’ en het lijkt haar daarbij alleen maar een voordeel, dat zij zich niet van te voren in de problematiek en de geschiedenis van de volken, waarop ze op deze oppervlakkige manier kennis maakt heeft verdiept: ‘juist omdat ik zo weinig wist, verbeeldde ik mij, dat mijn onbevangenheid voor het ontvangen van indrukken ongerept was gebleven’.
Er zijn inderdaad enige passages in dit boekje, waarin de schrijfster met dat opmerkelijke gevoel voor sfeer, dat mij de kern van haar talent lijkt, haar indrukken tot een ‘innerlijk avontuur’ voor zichzelf en haar lezers weet te maken; ik denk met name aan de bekoorlijke bladzijden over het bezoek aan Naxos.
Daar staan twee bezwaren tegenover: 1e. heeft zij de informatieve aanvechting, die iedere reiziger bekruipt, niet altijd kunnen bedwingen en misschien juist omdat ze het genre in beginsel afwijst, zijn haar informaties lang niet altijd juist. Aangezien echter niemand dit boekje ter hand zal nemen in plaats van een reisgids, doet dat niet zoveel ter zake.
Zwaarder weegt mijn 2e bezwaar: tegen de gedachte nl. dat onwetendheid een waarborg zou zijn voor onbevangenheid en tegen die passages in dit boekje, die zo duidelijk het tegendeel bewijzen. Niet het weten staat de onbevangenheid in de weg, maar het halve, het een kwart en nog minder weten en de uiterst bevangen algemene opinies, waar wij allemaal door krant en conversatie mee besmet worden, die daarop berusten. De tweedehands inzichten over Turkije, die ons hier worden voorgeschoteld of de verwachtingen omtrent de mogelijkheid ‘het Oosten te overwinnen’ hebben met onbevangenheid heel weinig van doen.