conscientieus volk dus. Hij vertelt mij uitvoerig van operaties door twee blaaswanden heen, wat een kunststuk schijnt te zijn, maar hij heeft er toch niet veel mee op. Een andere weg, die hij wel uitlegt maar die ik niet kan volgen, is veel beter.
Hier schiet mij iets te binnen wat ik even noteren moet en ik grijp in mijn zijzak, waar altijd wel papier zit. Er komt een pamflet voor de dag, dat daar niet thuis hoort, maar dat ik bij nader bekijken herken. Mijn maat kijkt mee.
‘Dit papier kan iemand 25 jaar Siberië kosten, of gehrrrt’ zeg ik glimlachend tegen mijn tafelgenoot. Daarbij teken ik met de duimnagel een lijn langs mijn hals.
‘Was haben Sie?’
‘Niets, niets, vertelt u vooral verder.’
‘Hoe oud bent u? Vierenveertig?’
‘Vijfenveertig. Mijn compliment!’
‘En u hebt een maagzweer? Dan zou ik mij laten opereren. Dat kan nog makkelijk. Ik zeg dit tegen u, maar als u een Rus was of een Bulgaar, dan zou ik zeggen: nee. Een slaapkuur van drie weken. In de ijskast. Hebt u daar ooit van gehoord?’
Ik zeg van nee, maar wat maakt het voor verschil wat mijn nationaliteit is? Ik ben geen Duitser trouwens, zeg ik.
‘Dat heb ik allang gehoord. Men geneest ook zweren in maag en twaalfvingerige darm met helse steen, wist u dat?’
Het interesseert hem helemaal niet, waar ik dan wèl vandaan kom.
‘Hoe kunnen ze er bij komen met helse steen?’
En hij probeert alweer het mij uit te leggen. Hij is een leven lang arts geweest, in Polen en Bulgarije, en hij betreurt het dat hij er mee op moest houden om zijn leeftijd. Maar als je niet meer werkt, dan ben je praktisch al dood en het leven is veel te goed, zegt hij. Daarom doet hij nu rustig werk aan de Universiteitsbibliotheek hier; hij leest voor de medische afdeling wat er in het Bulgaars, Pools en Russisch verschijnt en schrijft de nodige uittreksels. Zo blijft hij op de hoogte, hij heeft wat te doen en ze betalen ervoor.
Ik bekijk het vriendelijke mannetje van opzij. Hij heeft een bordeaux-rood-geruit hemd aan van wollige stof, zonder das; zijn colbert is ver van nieuw. Hij heeft zeer verzorgde handen en een intelligent gezicht. Ik kijk ernaar, zolang dat kan zonder dat men onbeschoft wordt.
(Wordt vervolgd)