J. van Wageningen
Invocatio sicula
22 april 1957
Nu fluister: Erice. Ontwek
De lege fries een reeks metopen;
Daarachter springt een zee wijd open,
Een hemel zonder wolkendek.
Zoek tussen land en zee de zoom:
Aan deze zijde knelt het leven;
Daarbuiten lokt een blauwe droom,
In verre neevlen ingeweven.
Nog eens, nog éénmaal: Erice.
En dan niets meer. En bij het scheiden
Komt zich een zwarte sluier breiden;
De fries valt leeg; grauw dreigt de zee.
(In het westen van Sicilië ligt op een hoge rots boven de zee, tegenover de Aegatische eilanden, het overoude heiligdom, gewijd aan Eryx, thans Erice genaamd, een godin, niet ongelijk aan Venus-Astarte en wier cultus over het gehele gebied van de Middellandse Zee verbreid moet zijn geweest. Toen tijdens mijn bezoek enige wolken uit het westen opkwamen, tooiden enkele vrouwen uit het stadje zich met een zwarte sluier, die van de hoofdkruin tot de voeten viel, een gebruik, dat zich uit de heidense tijd tot heden toe gehandhaafd heeft.)