De Nieuwe Stem. Jaargang 12(1957)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 580] [p. 580] Rudo Durant Ronding Het inktgroene en eens zo hoge onkruid onsamenhangend geplant rond de drempel van de afloop heeft voor vroeg en laat de deur verscholen waarin de specht van mijn angst koude tranen en eelthanden beitelt een stroom van schelpen vlecht en als het licht in de morgen bladert opnieuw woorden zonder uitkomst seint Vergeet me als je met uw broze vrienden in de kuilen tussen de daken daalt de dorstplanken opraapt en de dobbelstenen doorgeeft de speelkaarten herschikt en een landschap vol raderen vindt vergeet me werp de schuld der troosteloosheid in de juke box uw eiland maakt de stilte rood en verlossend draagt de luidspreker mimosa's van erbarmen. [pagina 581] [p. 581] Fotografure Noem mij desnoods maanburcht bij middernacht overal opent de lente zich zwart en wakend wind en regen werden ijzer in de brug in het sterrenlicht kartelen boompenselen de muren uit Achter de atriumruiten springen gangen van schrik hun gelijken naar de keel uit het witte vuur genstert de zwarte as met de rust van het tafelblad dat mijn gedachten draagt met de onrust van de klok die mijn lippen toetikt als ik om stilte vragen wil Een kandelaar van eeuwenoude kleur zegt dat de dag nog ver is zo ver zal ik mezelf vinden vóór de zwaluwen uit hun geboorte groeien en de beweging van het water een vis wordt in het riet Alle geuren worden ademloos in onbereikbaarheid de sterren haken op elkander in. [pagina 582] [p. 582] Antwerpen Vijf voor twee juist rap genoeg steekt de tijd de keyserlei over auto's spinnen een groot net over de stad een kat van weemoed ronkt vuur uit een drempel de vonken leggen cirkels kleur rond stengels moeheid Om vijf voor twee dus als de middagommegang traag en voornaam maar hopelozer dan een haan op de toren zijn onvoltooide kring penseelt kraai ik om een kamer en wat warme lucht om een stalen winkelbel die brood brengt om 's nachts te kunnen slapen diepzeezwart en windstiller De dooi heeft te natte armen om wegwijzer te zijn de richting van het jaar aanduidend en eens het volgend kwartier in kinkhorens en kruiken schrikt de verkeersagent open maakt een bloedrood proces op voor het dinsdagmeisje onder de auto dat met verdronken ogen kijkt naar de koplampen die nooit gelachen hebben Misschien zal ik eens in argentinie staan en listige uitroeptekens uit de verdiepingen zien vallen natuurlijk zal ik verjaagd worden en ieder land is dan te veel. Vorige Volgende