Annie Romein-Verschoor
Nederlands proza
Herman Teirlinck: Zelfportret of Het Galgenmaal, 2de druk. Uit. Mij A. Manteau N.V., Brussel, z.j.
In de opdracht aan Willem Pée, die Teirlincks laatste roman inleidt, schrijft hij:
‘Ik weet wel dat de romancier, doordat hij in bewuste of onderbewuste gronden naar sluimerende associaties grijpt, in meerdere of mindere mate een autobiograaf is.
Maar ik mag niet toegeven dat onderhavig ‘zelfportret een geromanceerde autobiografie zou zijn. Men zoeke niet naar de sleutel die reële gebeurtenissen kan onthullen. Ten aanzien van een introspectie als deze, gaat het belang eerder naar de motor dan naar de weg die hij heeft afgelegd. Dit is dan ook allerminst de beschrijving van een anecdotisch leven, maar de ontleding van een authentiek wezen.
Onder de willekeurig vermomde werkelijkheid zit de harde, onverbiddelijke waarheid, net voldoende gesluierd om de schaamte van de biechteling te verschalken.’
Die paar zinnen, waarin de schrijver zo onaantastbaar de verhouding van waarheid en verdichting in het waarachtige kunstwerk vastlegt, vormen een moedig tegenstuk van die zichzelf veiligstellende ‘waarschuwing’ aan het begin van menig ik-verhaal afgedrukt: ‘alle figuren uit dit boek zijn volkomen fictief, voor zover ze enige gelijkenis mochten vertonen met personen uit de omgeving van de schrijver, berust dat op louter toeval’.
Dit is overigens naar de vorm geen ik-verhaal, maar een gij-verhaal, d.w.z. een doorlopende monologue intérieur voor de spiegel, en dat betekent meer dan een stilistische figuur, het duidt op een genadeloos en strak aangetrokken streven naar zelfobjectivering.
Er is inderdaad geen enkel motief voor wie het geluk heeft deze roman te lezen om in het barokke milieu van intriges en gewelddadigheid binnen een Brusselse grote wereld, waarin Teirlinck al meer van zijn romans liet spelen, te speuren naar de reële gebeurtenissen, die de ‘waarheid’ van deze fictie zouden openbaren. Die waarheid is trouwens met schaamteloze eerlijkheid in de titel opengelegd: het zelfportret van een gretig levende, oude man, die onverbloemd zijn verzet registreert tegen de ontzegging, die de jaren hem opleggen. De waar-