alleen een monetair kapitaal ophopen; thans was ieder in staat, bovendien psychines te sparen. Vroeger was alles, ook het meest immateriële goed, alleen voor geld verkrijgbaar; thans waren goederen zoals positie, invloed, hoogachting, wetenschappelijk inzicht, artistieke vervoering, charme, etc. bovendien bereikbaar op grond van ψ-vorming. Het bezwaar, dat alle mensen met een stug gezicht en een in zichzelf besloten wezenloosheid hun werk deden en zelfs hun vrije tijd aldus doorworstelden, achtte hij gering; immers, achter deze schijn werden de waardevolle ψ's geaccumuleerd, om ze op de juiste ogenblikken te kunnen besteden.
Ook het filosofisch inzicht en de kennis van de mens hadden ervan geprofiteerd. Meende men vroeger dwaselijk, dat bijv. levensvreugde virtueel oneindig en onuitputtelijk was en een bron bezat buiten de controle van de mens gelegen, tegenwoordig wist men dat iedere ψ-houder slechts uit een eindige hoeveelheid ψ's bestond, telkens gegeven en bepaalbaar; zodat ieder voor zich, en de statistiek voor allen, eindelijk vat kreeg op de grenzen en dus op het wezen van de mens.
Het bleef hier evenwel niet bij. De psychische kwantiteiten werden nauwkeurig vergeleken met de hoeveelheden physieke gezondheid (uitgedrukt in φ's) en men vond, na eeuwen gissingen, een lichaamsdeel - dus een beheersbaar physiek instrument - waarin de ψ's en de φ's, als in een formule, met elkaar in betrekking traden. Dit lichaamsdeel noemde men de psyphyse (een nieuwe benaming van niets anders van de vroegere hypophyse, waaraan een praehistorische voorganger van het kwantitatieve tijdperk, zonder nog te weten waarom, reeds een grote betekenis had gehecht). Ieder zag de draagwijdte van deze ontdekking. Voortaan zou men niet meer blijven staan bij meten en sparen. De verwachtingen waren zeer hoog gespannen: zou men eindelijk de waardevolle psychische toestanden, middels psyphytale shock, injectie, bestraling, of wat ook maar, niet kunnen regelen, vermeerderen, uit het schijnbare Niets opwekken? Dan zou het mensdom nergens meer voor staan! Men bevond zich op de drempel van de grootste ontdekking aller tijden!
Toen kwam de invasie der Zimitaren...
Misschien zou men nog weerstand geboden hebben, want er lagen grote voorraden opgestapeld aan geldkapitaal, atoombommen, moed-ψ's, wilskracht-ψ's, en zelfbehoud-ψ's; vooral de laatste drie, waar men totdien nooit goed weg mee geweten had. Maar de waarheidlievende psychologen, die nog juist tijd gehad hadden een paar honderd Zimitaarse krijgsgevangenen te onderzoeken, en die daarbij hun wijzers