De Nieuwe Stem. Jaargang 12

[p. 385]

Remy C. van de Kerckhove
Brief uit Vlaanderen

voor Jan-Albert Goris

Zo graag had ik U de polders aangeboden,
de lichtende wolken tussen Jabbeke en Nieuwpoort;
maar alles verloor ik op de weg naar Uw woning,
wandelend over de vijfde avenue,
zoekend naar de achtste straat
als naar een tweede scheppingsdag.

Zo graag had ik U de eerste dag van Mei aangeboden,
de verweerde aangezichten, het handvol dialect
waaraan de achturendag ontsprong;
maar alles verloor ik op de weg naar Uw woning,
wandelend over de vijfde avenue
zoekend naar de achtste straat
als naar een tweede scheppingsdag.

Zo graag had ik U mijn leven met het derde leger aangeboden,
het brood dat ik kocht voor mijn vrouw,
de sterren waaruit ik haar gewaden weefde,
het speelgoed van mijn aarzelend kind;
maar alles verloor ik op de weg naar Uw woning,
wandelend over de vijfde avenue
zoekend naar de achtste straat
als naar een tweede scheppingsdag.

Niets meer had ik U te bieden
dan mijn heimwee uit gehard beton.
Het regende eenzaamheid tussen de muren van de 5de avenue
pijnlijker was de wandeling over de vijfde avenue
dan de dronkenschap met het derde leger
zoekend naar een tweede scheppingsdag
onder een europese zon.

Opnieuw voltrok ik het dagelijks gebaar,
opnieuw heb ik mijn zeis verdeeld, mijn heimwee afgekoeld,
het brood gekocht dat ik U wou bieden.
Opnieuw sloot ik de ogen in eigen ledikant
om te dromen van een wandeling over de vijfde avenue,
zoekend naar de achtste straat
als naar een tweede scheppingsdag.