Dialectiek
Niet lang geleden is door de wereldpers de kritiek verspreid die vermoedelijk van democratische, in elk geval van Amerikaanse kant zelf is geoefend op een Amerikaans corruptie-verschijnsel, waarbij vergeleken de beruchte lintjes-affaire waarover de liberalen destijds Abraham Kuyper zo hard hebben gevallen, maar kinderspel is.
Het ging om de opvallend talrijke verschuivingen in de buitenlands-diplomatieke dienst van de V.S. En de verklaring er voor was geen andere, dan dat nieuw-benoemde Amerikaanse ambassadeurs hun posten niet te danken hadden aan het feit dat zij ‘the right men in the right places’ waren, doch veeleer aan de hoge bedragen - het hoogste bedrag dat genoemd werd was 11 500 dollar - waarmee zij de republikeinse verkiezingskas hadden gespekt.
De beschuldiging werd met vele voorbeelden gestaafd, waarvan het belangrijkste wel was de overplaatsing van Charles Bohlen, Amerika's bekwame ambassadeur in Moskou, naar Manilla om plaats te maken voor een dier geldgevers, met naam en toenaam genoemd.
Wij gaan daar niet verder op in, hoezeer dat stuivertjeverwisselen om zijn politieke consequenties ook in belang moge zijn, omdat het ons niet om het ‘schandaal’, maar om inzicht in die maatschappelijke verschijnselen te doen is, die de door ieder weldenkende gewenste verbetering van de toestand der wereld, ondanks alle goede bedoelingen, telkens weer tegenhouden.
Uit deze geschiedenis blijken immers twee dingen duidelijk. Het eerste is, dat men in de V.S. inderdaad tot op zeer grote hoogte vrij is in zijn kritiek, ongeacht de belangen van de staat, bij een dergelijke onthulling toch ongetwijfeld betrokken.
Maar het tweede wat blijkt weerspreekt eigenaardigerwijze het eerste, in deze zin, dat dááruit blijkt dat deze kritiek, juist dank zij de vrijheid die tot haar uitoefening bestaat, geen consequenties hoegenaamd heeft. Immers de feiten zijn, althans in de wereldpers, niet weersproken noch heeft men het nodig gevonden, de gewraakte benoemingen weer ongedaan te maken.