De Nieuwe Stem. Jaargang 12
(1957)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 264]
| |
Nico Rost
| |
[pagina 265]
| |
In de derde plaats was Wolfgang Harich hoofdredacteur van het ‘Deutsche Zeitschrift für Philosophie’, dat in Berlijn-Oost wordt uitgegeven en men zal mij moeten toegeven, dat een dergelijke uiterst belangrijke functie onder een politiek bewind als in de Duitse Demokratische Republiek heerst stellig niet aan de een of andere willekeurling, aan een zekere ‘dr So en So’ pleegt te worden toevertrouwd. Wat is nu de oorzaak, waarom de tot kort geleden nog zo bewonderde en gevierde hoogleraar plotseling tot tien jaar dwangarbeid wordt veroordeeld? De gebeurtenissen, de revolutionaire gebeurtenissen in Hongarije en Polen, hebben ook op professor Harich een diepe invloed uitgeoefend. Hij heeft niet nagelaten hiervan te gewagen en is in de DDR onder studenten en intellectuelen, waarschijnlijk degene geweest, die hierover het felst en uitvoerigst en in het openbaar zijn mening verkondigde. Harich heeft tevens herhaalde malen gevraagd, waarom in de DDR het Chroesjtjow-rapport niet werd bekendgemaakt en gepubliceerd en waarom dat eveneens niet het geval was met de redevoeringen van Gomoelka. Harich heeft waarschijnlijk ook contacten onderhouden met de schrijvers en intellectuelen van de Petöficlub, die in oktober en november aan hun rechtvaardig nationaal verzet tegen het regiem van Rakosi en Gerö uiting gaven - Hongaarse schrijvers, die evenals Wolfgang Harich en z'n Poolse collega's, die Gomoelka steunen, marxisten zijn, publicisten die, hoe men ook over hun optreden mag denken, alle een socialistische maatschappij wensten en geenszins een terugkeer naar een kapitalistisch regiem. Wolfgang Harich heeft, en ook dit werd hem door Ulbricht verweten, vooral de laatste maanden een nauw contact onderhouden met de beroemde Hongaarse wijsgeer en literatuur-historicus professor Georg Lukacs (ook door Thomas Mann terecht zo diep bewonderd). Hij heeft telkens wanneer professor Lukacs in Berlijn vertoefde lange besprekingen met hem gehad en ieder die professor Lukacs, zij het slechts enkele malen ontmoet heeft, begrijpt dat Harich elke gelegenheid aangreep, om met deze grote persoonlijkheid van gedachten te wisselen over de brandende problemen, die beiden zo ter harte gingen. Lukacs heeft zijn opvatting over de weg, die volgens hem thans moet worden ingeslagen, onlangs eens zo geformuleerd: ‘Hoe menselijker wij het socialisme opbouwen, des te doeltreffender dienen wij de uiteindelijke overwinning van het socialisme op inter- | |
[pagina 266]
| |
nationaal terrein. Wanneer het ons lukt het socialisme aantrekkelijk te maken, zal het voor de brede massa geen spookbeeld meer zijn; ik denk hierbij niet aan de kleine groep van imperialistische kapitalisten: voor hen zal de onteigening steeds een horror zijn. Laten we echter eerlijk zijn, er zijn in het Westen nog talloze arbeiders, die door het socialisme in de huidige vorm afgeschrikt, om niet eens te spreken over de grote massa boeren en intellectuelen wier antipathie door feiten, door juiste verklaringen en propaganda van het echte marxisme stellig wel ongedaan kan worden gemaakt.’ Daar Wolfgang Harich deze denkbeelden deelde en hij, evenals zovele Hongaarse en Poolse socialisten, naar een socialisme streefde dat door het volk en niet door een kaste van functionarissen gedragen zou worden, kon het niet anders of hij voelde eveneens een diepe sympathie voor de politieke ontwikkeling in Polen. Hij plaatste daarom in zijn tijdschrift niet alleen zoveel mogelijk bijdragen van Lukacs, doch ook van Poolse publicisten, die deze gedachten eveneens verkondigden. En steeds meer studenten en intellectuelen, niet alleen op de Humboldt-universiteit doch eveneens in Leipzig en elders begonnen deze opvattingen te delen, opvattingen die echter volkomen indruisen tegen die van Walter Ulbricht. Daar het ook in de DDR op bezwaren stuit om een marxistische publicist en wijsgeer, die - van uit een marxistisch standpunt een verdere ontwikkeling van het socialisme propageert, waarvan, volgens hem de resultaten haar komst zullen bespoedigen - zo maar zonder meer gevangen te nemen en tot dwangarbeid te veroordelen, was (tevens om een afschrikwekkend voorbeeld te stellen) een proces noodzakelijk. Ulbricht liet dus de oude methode toepassen en professor Harich ervan beschuldigen: ‘in samenwerking met westelijke geheime diensten tot doel te hebben gehad de grondwettelijke orde in de DDR te ondermijnen en omver te werpen’. Een oude, tevens verouderde methode inderdaad, want terstond denken wij daarbij aan de beruchte processen tegen Rajk, Kostow, Slansky en zoveel anderen. Hier werden immers, - eveneens om afwijkende ideologische en politieke meningen te bestrijden - dezelfde middelen gebezigd. Heeft professor Harich inderdaad met zogenaamde ‘westelijke geheime diensten’ samengewerkt? Hij heeft in ieder geval in opdracht van de Ulbricht-regering maandenlang in Westduitsland en in West-Berlijn op verschillende plaatsen deelgenomen aan talrijke culturele | |
[pagina 267]
| |
samenkomsten, waarop door westduitse en oostduitse schrijvers en intellectuelen gediskuteerd werd over de toekomst van Duitsland en waarschijnlijk zal hij daar ook wel eens iemand ontmoet hebben, die hij beter niet had kunnen ontmoeten. De rechtbank onthulde dan ook prompt, dat professor Harich - tien jaar geleden - in 1946 dus, enkele samenkomsten had gehad, met een zekere Josselson, een Amerikaanse denazifikatie-officier waaruit wij onzerzijds menen te mogen concluderen dat de geheime diensten van de DDR slechts matig functioneren, wanneer ze een dergelijk feit eerst in 1957 aan het licht brengen. Of werd deze beschuldiging misschien 10 jaar in petto gehouden, voor het geval Ulbricht ze eens nodig mocht hebben? Bij de grote politieke processen tegen Rajk, Kostow en Slansky werden dergelijke methodes eveneens toegepast. De offers daarvan zijn onlangs (behalve Slansky), vele jaren na hun dood dus, gerehabiliteerd daar, hetgeen openlijk werd toegegeven, aan de tegen hen geuite beschuldiging een misdadige opzet ten grondslag lag. Waarom zouden we hierna eigenlijk nog geloof hechten aan de beschuldiging tegen professor Harich, vooral wanneer we ze in het kader der jongste politieke ontwikkeling beschouwen? Het proces waarin professor Walter Harich veroordeeld werd tot 10 jaar dwangarbeid vond bij gesloten deuren plaats. Laten we ons nauwkeuriger uitdrukken: noch de leden zijner familie, noch vertegenwoordigers der buitenlandse pers noch die van de pers der volksdemocratieën werden toegelaten. Alleen enkele hiertoe gecommandeerde delegaties uit fabrieken en twee Oostduitse journalisten hebben de zittingen bijgewoond. Er is in de officiële Oostduitse pers geen behoorlijk verslag van het proces verschenen, doch alleen een mededeling van het vonnis met de, eveneens als afschrik bedoelde bijzonderheid, dat op de zitting de aanvankelijk als getuigen gedagvaarde vroegere en tegenwoordige hoofdredacteur van het weekblad der Oostduitse intelligentia ‘Der Sonntag’ werden gearresteerd.Ga naar eind*) Prof. Walfgang Harich is thans tot 10 jaar dwangarbeid veroordeeld. Hij zal dus waarschijnlijk naar Aue in het Ertsgebergte worden gezonden om daar in de uraniummijnen te gaan werken. Naar Aue, waar 5 jaar geleden ook Lex Ende heen werd gezonden, de vroegere hoofdredacteur van het Oostduitse partijorgaan ‘Neues Deutschland’, die daar reeds een half jaar later aan uitputting stierf. Ook Lex Ende was beschuldigd van contact met westerse geheime diensten, in zijn geval met Noel Field. Wie enigszins met de materie der beruchte pro- | |
[pagina 268]
| |
cessen (Slanksky, Rajk enz.) op de hoogte is, weet dat de beschuldigingen tegen Noel Field onlangs herroepen werden en onjuist bevonden. Maar Lex Ende was toen al gestorven.... Wat zal het lot van professor Harich zijn? Het is een zware en droeve taak om na vele jaren, vele tientallen jaren bijna op de bres te hebben gestaan voor de belangen der Duitse schrijvers, zowel tijdens de regering van Hitler als later, thans mijn stem te moeten verheffen tegen dit uiterst onrechtvaardig vonnis, uitgesproken door de regering van de Duitse Democratische Republiek. Mijn plicht als publicist, mijn geweten noodzaken mij echter hier openlijk te verklaren: het vonnis van tien jaar dwangarbeid tegen professor Wolfgang Harich is een daad van terreur. |
|