De Nieuwe Stem. Jaargang 11
(1956)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 723]
| |
J. Suys
| |
[pagina 724]
| |
Alles krijgt echter een geheel andere gedaante, die de vergelijking met Heine's tijd haast onmogelijk maakt, wanneer wij onze eigentijdse sfeer der machtspolitiek binnengaan, waarin het communisme gerepresenteerd wordt door één van de beide grootste mogendheden, en verder door orthodoxe communistische partijen die zich geheel naar deze mogendheid richten, omgeven door een kring van ‘fellow-travellers’. Deze kring wordt onder invloed van politieke vijandigheid tot in het absurde uitgedijd, maar heeft toch zeker een kern van objectieve realiteit, gekenmerkt door het systematisch goedpraten van de Russische politiek en door het systematisch overzetten van alle Russisch-communistische stellige beschuldigingen in de toonaard van insinuerende verdachtmakingen. Overweegt men bovendien de diepte van geestelijke onvrijheid waarin Rusland onder het communisme verzonken is, en die door de fellow-travellers half verhuld half verontschuldigd wordt, dan springt de volstrekte onzinnigheid van het tussen Heine en hen gelegde verband in het oog: hun geest, of althans hun rol, is een aanfluiting van de zijne. Hier worden eenvoudig, onder de leus van een karakteristiek van Heine, nu honderd jaar dood, de tegenwoordige fellow-travellers tot het zout der aarde geproclameerd. Een tendentieuze vertroebeling die tot protest dwingt. Arme fellow-travellers rond het standbeeld van Heine: gij zult een andere schutspatroon moeten zoeken. Of, veel beter, uzelf àls fellow-travellers liquideren. Maar blijft dan 'n beetje in de buurt, want Heine kan hierbij kostelijke hulp bieden.
P.S. Formaat en enkele stijl-elementen van dit stukje wijzen erop dat het eigenlijk bestemd was voor de rubriek ‘Kort Bestek’. (J.S.) |
|