De Nieuwe Stem. Jaargang 11(1956)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 715] [p. 715] H.P. Plantenga Aandacht De poort staat vanavond wijd-open. Maak je klein, kom naar binnengekropen Met je zorgen, je liefde, je last, Vouw je op en klamp je er vast. Dan sluit ik zachtjes de deuren, Ben als een warme buidel om je heen. Wij gaan ver van de wereld, alleen Door de nacht en niets kan ons gebeuren. [pagina 716] [p. 716] Aan de Geul Niets hier dan stilte en mist - En het melancholieke geloei Van een koe, die roept om haar stier. En uit verre, andere weide De jammerende wederroep, Die zich rekt door de dempende wijdte En dan, in een hoek van de stilte, Het zacht murmelen van de rivier. [pagina 717] [p. 717] De kwekerij Hier ligt, in 't hartje van de stad, Achter een gesloten huizenrij De stilte van de kwekerij. Een huis slaapt, vermolmd en nat, Een sloot, donkergroen, er verdroomt, Een waas van mist en van regen Schept zacht, geurig rotten allerwegen, Zwarte twijgen glimmen in het geboomt'. Hier zijn stilte en eenzaam vergaan Als een kostbaar domein gevat In het hartje van de stad, Ver van het rumoer vandaan. Vorige Volgende