te gast, als eregast dan. Hij was er wel eens geweest bij zijn leven, nl. op bezoek bij de grote Goethe, en op de kleine tentoonstelling ter conferentie kon men Goethes dagboek opengeslagen zien liggen op de datum van het bezoek van Heine. Weimar is als conferentie-oord gezocht, vanwege de illustere herinneringen, al kwam ook Hitler er wel eens op bezoek bij de zuster van Nietzsche, die getrouwd was geweest met een verwoede antisemiet. Die zuster, mevrouw Förster - Nietzsche, beheerde het Nietzsche-archief te Weimar en Nietzsche zelf heeft zijn laatste jaren voornamelijk daar doorgebracht. De kamer waarin hij woonde met bed, leun- en rolstoel, is er nog, maar is niet publiekelijk toegankelijk, omdat men geen pelgrimage naar deze reliquien wenst van bewonderaars, die in hem een voorloper van het fascisme willen zien. Mettertijd zal het archief, dat nu opgeborgen is in, naar ik meen, het Goethe- en Schiller-archief, een der wetenschappelijke instituten, die Weimar rijk is, weer geordend worden. Wel ziet men hele klassen schoolkinderen door het Goethe-huis lopen onder geleide van hun meesters of juffrouwen. Er is veel te zien in dit huis dat eigenlijk bij Goethes leven al een museum was, zoveel heeft hij verzameld. Maar liefelijker ligt het Gartenhaus waar hij eerst heeft gewoond.
Heine, om naar hem terug te keren, wil men in Oost-Duitsland dus weer tot het volk brengen. Na de doodzwijgcampagne die onder het fascisme zo ver ging, dat de dichter van het Lorelei-lied, dat geen Duitser niet kent, in een literatuurgeschiedenis als onbekend stond genoteerd, wil men weer doen kennen, ook als dichter van het ‘Buch der Lieder’, maar niet minder als politiek dichter en schrijver. Want Heine wordt beschouwd als de dichterlijke exponent van de revolutionaire gevoelens en gedachten waar Marx en Engels, met wie Heine bevriend is geweest, al waren ze heel wat jonger dan hij, in het politieke vlak uiting aan hebben gegeven. Een der beste referaten van de conferentie was van een Oostberlijnse jonge ‘Heine-Forscher’ en wel over het klassieke politieke gedicht van Heine: Deutschland, ein Wintermär chen. Maar er werd niet in het minst getracht van Heine een communistisch-marxistisch dichter te maken. Nu was deze conferentie ook een wetenschappelijke bijeenkomst en er waren overwegend germanisten met een speciale belangstelling voor Heine. Overigens een internationaal gezelschap, als men bedenkt dat alleen onder de sprekers al de volgende landen waren vertegenwoordigd: Oost-Duitsland, West-Duitsland, Frankrijk, Engeland, Zweden, Tsjecho-Slowakije, Hongarije, Polen, de Sowjet-Unie, China, Japan (waar blijkbaar Heine ijverig is en wordt bestudeerd). Gelukkig zijn niet alle referaten uitgesproken, omdat men aan de discussie alle ruimte wilde geven.