Is er iets veranderd? II
In diezelfde driekwart eeuw, waarvan hier boven sprake was, is het moderne imperialisme opgekomen en weer vergaan. Wie de verhouding van Europa tot de andere werelddelen van destijds vergelijkt met die van nu, vindt geen enkel element meer terug.
Totdat dan af en toe en hier en daar - maar als men er op let nog bijna dagelijks en schier overal - zich een feit voordoet dat tot het besluit noopt dat er in al die tijd in wezen aan die verhouding niets is gewijzigd, dat Europa, zo het dan al niet meer in feite in enig opzicht nog superieur is, toch nog steeds de oude pretentie van meerderwaardigheid niet heeft kunnen of willen afleggen en dat het Europese haantje, zo het dan al geen koning meer is, toch nog altijd koning kraait.
Zo een feit is de westerse reactie op het besluit der Egyptische regering tot nationalisatie van de Suez-kanaalmaatschappij. Tussen haakjes: een heel wat wettiger besluit dan dat op grond waarvan de Amerikanen indertijd aan het Panama-kanaal zijn gekomen. Want hoe was die reactie? Zij was in toon even mateloos als in feite machteloos, maar het gebaar had desalniettemin nog alle pretenties van vroeger: niet alleen alsof het Britse en Franse militaire apparaat nog aan de wereld de wet konden voorschrijven, maar ook alsof alle normbesef, redelijke en zedelijke maatstaven, ginds vertrapt, hier veilig zouden zijn.
Voor wie met aandacht 's werelds loop volgt, geven beide feiten stof tot overdenking te over, zowel dat van de mijn als dat van het kanaal. Beide rechtvaardigen de vraag of er nu al of niet iets veranderd is? Maar terwijl men bij het ene moet antwoorden: in wezen blijkbaar nog niets; moet bij het andere het antwoord luiden: blijkbaar in schijn nog niets.
De onveranderde schijn is in dit geval echter even gevaarlijk als het onveranderde wezen in het andere. Want alle hybris is nog steeds gevaarlijk en Nemesis nog steeds een onverbiddelijke godin.