De Nieuwe Stem. Jaargang 11(1956)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 511] [p. 511] Max Schuchart Leven Men kan nergens peil op trekken Wat tegen water bestand is Wordt in de vuurzee verteerd; Die zich tegen oorlog wapent Gaat aan de vrede te gronde; Die zevenmaands en ziek ter wereld kwam Krijgt op zijn honderdste een aubade Terwijl de blaker van gezondheid Het leven uitglijdt over een bananenschil. Het is nooit goed Men heeft altijd teveel van het een Of te weinig van 't ander; rusteloos Zoekend naar het volmaakt gelukkig evenwicht Waarin niets meer te wensen over is: Vrede, gezondheid, voorspoed; de rust Die stilstand van de tijd betekent Met alleen nog de wisseling der seizoenen Als rimpelingen op een peilloos meer. Er valt niets van te zeggen Men is altijd op sterven na dood Of op leven na levend, in hoop en vreze Tussen twee werelden, zich verzekerend tegen De zekerheid van het onzekere, Die het bewustzijn scherpt als een mes Aan het wetstaal der eeuwigheid En het metaphysische dier Houdt gekooid tussen tralies van tijd. Vorige Volgende