De Nieuwe Stem. Jaargang 11(1956)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 498] [p. 498] S.G.M. scherzo voor marian ik zou je op mijn kamer willen hebben in een vaas met korenbloemen en met een aantal tarwe-aren als een kroontje in je haar wat zou je lachen als je mij zo overdag als een veel te grote hond in mijn hok kwispelstaartend bezig-zag savonds zou ik je water geven en je aren opschudden voor de nacht in het stellige besef iets goeds gedaan te hebben zou ik slapengaan welterusten marian glimlach maar wat de nacht is veel te donker zonder dat een bloem en een hond kunnen kuis samenleven als het maar blijft bij kijken en vrolijkwezen [pagina 499] [p. 499] nachtbericht er lag een meisje in mijn bed toen ik vanavond slaperig werd de hele dag al was een stuifmeel-geur praeludium tot haar zoet odeur ik heb haar haren losgemaakt ik heb haar kleren losgemaakt wij hebben samen wat gepraat zoals dat gaat en alle uren van de nacht vond ik haar onbegrijpelijk zacht dagbericht er lag een hond naast mijn bed toen ik vanmorgen wakker werd ik merkte het pas toen ik al gebeten was kreupel ben ik door de dag gegaan steeds verder van mijn bed vandaan nu zelf een zwerfhond door de nacht met mist en regen in mijn vacht tot niet veel beters meer in staat dan eenzaam janken in de straat Vorige Volgende