De Nieuwe Stem. Jaargang 11(1956)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 437] [p. 437] Lizzy Sara May Routes Getekend stond de boom in een onbeschrijfelijke cirkel van bittere sneeuw zwarte sporen in vastgevroren routes en men had zijn takken onthoofd met geestelijk verfijnde bijlen maar nog nog strekte de romp trots en kwasi pijnloos langs de pijlers van de nacht en ik liep glimlachend langs de boom en ik zag de moord begaan aan zijn kracht en ik liep zingend langs de boom [pagina 438] [p. 438] Chanson Alleen negers zijn zichtbaar van een doorzichtige menselijkheid de aarde een tam-tam tussen de knieën tussen de vingers snaren meridianen van een dradenspel want zoveel blanken hebben geen gezicht geen lichaam geen geluid tussen de regels maar de neger heeft een stem een klankatoomgeheim o kindereiland de zon een lendedoek de maan een blauwe vlinder boven een vredige zee... alleen negers hebben altijd een gezicht [pagina 439] [p. 439] De klank van onze handen... spoelden wij dan aan op de wimpers van de zee en bouwden wij dan het huis zonder nummerbord en de bomen bogen zij onze namen in de verten terwijl wij nog lagen twee amandelen in dezelfde schelp gaven de straten dan al het dorre zand aan de wind en droomden de steden dan reeds lang van onze spelen en klommen de vogels dan de echo's vooruit van een lied dat wij nog niet schreven en toen de vulkanen zich sloten zagen wij dan voor het eerst pas licht en vingen wij dan onze ogen in de handen van alles wat onzegbaar is begroeven wij dan de steen zo diep door onze angst gespleten hebben wij elkander dan een andere klank gegeven... [pagina 440] [p. 440] Gordiaans Dit gordiaans bestaan onder een arm vol rekenschap waarin de helpende handdruk slechts monumentele verluchting brengt en winterkoninklijk onder de ijskorst uiterlijkheid waarin zo smal verscholen blue blue de weemoed ligt (niet over praten, het moet een grote wolk geweest zijn die ons heeft verbrijzeld) Vorige Volgende