Hij droomde van grote concepties en leefde geheel in de idee, doch verwaarloosde geen enkel detail, lette op elke bijzonderheid, op elke bijkomstigheid; want hij wist dat ook het kleinste en schijnbaar onbelangrijkste van invloed kon zijn op het resultaat. Hij was realist, doordat hij tot grote hoogte idealist was. Ofschoon hij zijn belangen waarlijk niet verwaarloosde kan van Berretty - althans van de jonge Berretty - niet gezegd worden dat hij enkel een platte materialist was, - al trok een leven in grootscheepse luxe hem aan. Het organiseren ter bereiking van een of ander doel was hem een sport, een lucratieve sport weliswaar, maar toch een sport.
Dit was de bron van het geniale in deze man, die als onderhandelaar de andere partij altijd een slag vóór was, met een argument of een intimidatie. Ook in de intrigue was hij een meester.
De bladen sloten met Aneta contracten, telkens voor een jaar, waarbij het persbureau zich verbond, tegen een bepaald bedrag geregeld telegrafisch en ander nieuws te leveren. Naarmate de telegrafische nieuwslevering met andere dan Reuterberichten - o.a. met Aneta-telegrammen en Aneta-specials, die extra duur waren - werd aangevuld, stegen de kosten. Ter gedeeldelijke compensatie leverde Aneta betrekkelijk tegen lage tarieven verslagen van belangrijke gebeurtenissen, vertalingen en bewerkingen van beschouwingen in buitenlandse bladen en tijdschriften e.a., waarop de bladen zich eveneens konden abonneren, zodat ze hoe langer hoe meer op elkaar begonnen te gelijken.
Berretty's overwicht op de bladen groeide zienderogen. Hij stichtte, annex aan Aneta, een advertentie- en reclamebureau en pachtte plaatsruimte in de bladen, die door dat bureau met advertenties werd gevuld. Zo geraakte hij volkomen op de hoogte van de advertentiewaarde en de financiële positie van elk blad afzonderlijk. Zijn greep op de pers werd voortdurend krachtiger.
Bovendien schiep Berretty zich een winstgevend object door uitgifte van een geïllustreerd weekblad, De Zweep. Met de administraties der dagbladen sloot hij contracten af, waarbij zij zich verbonden, even vele abonnementen te nemen als zij zelf abonné's op hun krant hadden. De oplaag van De Zweep liep in de tienduizenden, een ongekend aantal voor een Indisch periodiek, en er konden hoge advertentietarieven berekend worden.
Ook de administratie van de Ind. Crt had zich bij contract tot afname van enige duizenden exemplaren van De Zweep verbonden. Tegen doorzending ervan aan de abonné's ontstonden evenwel bezwaren, doordat de inhoud van het weekblad dermate lasterlijk en porno-