vecht tonen, dan moet men ook de beide partijen voor het front halen.
Te diepe of plotselinge confrontatie met wat anderen bezielt kan ook de eigen ‘vijand’ wakker maken en behalve een eerlijke verveling of een eerlijke interesseloosheid ligt in de angst voor de eigen ‘vijand’ nog vaak de oorzaak van de afwijzing van dit soort boeken.
Deze weerstanden nemen vele vormen aan; de meest bekende uitdrukking is: ‘er is al ellende genoeg in de wereld’. Juist daarom trachten sommige auteurs naar beste weten dwars door die ellende heen te wijzen op de strijd die velen met zichzelf en anderen voeren, zodat er mogelijk meer onderling en eigen begrip kan ontstaan.
Dan is er nog de veel gehoorde opmerking, dat de hoofdpersoon uit die en die roman een psychopaath is. De gemakkelijkste weg om van iemand af te komen is hem voor abnormaal te verklaren, doch degene die deze term uit de psychiatrie bezigt moet er zeker van zijn te weten wat een psychopaath is en het verschil kennen tussen een psychopaath, een psychoticus, een epilepticus, een alcoholicus en een neuroticus.
Bijna zonder uitzondering zijn de hoofdpersonen uit de hier bedoelde romans neurotici, dat wil zeggen: mensen, die ondanks voortdurende strijd met zichzelf niet los kunnen komen van hun innerlijke problemen en daardoor in hun dagelijks leven en in hun verhouding met anderen worden gehinderd.
Dit strijdelement vindt men alleen bij de neuroticus; bij alle hiervóór genoemden ontbreekt dit!
Toch heeft het ook geen zin om een romanfiguur af te wijzen door hem met maar-een-neuroticus te bestempelen.
Hoewel alleen al in Amsterdam geen zenuwarts meer bestaat, die voor een behandeling géén lange wachtlijst heeft, - de aspirant analisand moet vaak van een half jaar tot een jaar op zijn beurt wachten, daar de analytici zogezegd vol zitten - hetgeen al iets zegt over het aantal neurotici dat er zonder hulp niet meer uitkomt, zijn er nog meer mensen, die de strijd nog alleen weten voort te zetten.
Dat wil dus zeggen, dat er zo ontzaggelijk veel meer of minder neurotische mensen bestaan, dat het niets meer inhoudt wanneer men iemand een neuroticus noemt. Het wordt zelfs een lastige zaak over iemand te schrijven die niet neurotisch is, maar het valt pas op dat de auteur zulks doet, wanneer hij aan het strijdelement de volle aandacht schenkt en dàt is nu het verschil tussen deze en andere soorten van romans.
Dat in deze romans gemakkelijker een taal wordt gebruikt, die in de dagelijkse conversatie niet meedoet, is niet noodzakelijk, maar ligt