Kort bestek
De forumavond van De Nieuwe Stem
Hier volgen enkele voorlopige opmerkingen en indrukken van de redactie betreffende de op Maandag 13 Februari gehouden forumavond.
Wij hebben het bijzonder op prijs gesteld, dat de directeur van de W.B. ons in de gelegenheid heeft gesteld van gedachten te wisselen met lezers en belangstellenden. Wij zijn hem ook erkentelijk voor het royale gebaar waardoor een goede avond, opgeluisterd met muziek van mej. Wertheim en haar vader, besloten werd met het toekennen van prijzen aan de beste debaters in de vorm van drie gratis jaarabonnementen op De Nieuwe Stem. Het was verheugend dat op die winterse avond zo velen de zaal van Americain meer dan gevuld hadden.
Of deze goede avond nu ook een goede debatavond is geweest, of de vragen die ons werden gesteld, voldoende to the point waren, dat is een vraag waarop wij niet voor honderd percent met ja kunnen antwoorden. Onze indruk was, dat de gestelde vragen meer het wit-zwart karakter droegen dan wij mochten verwachten die ons juist tegen de propaganda van de wit-zwart tegenstellingen in de huidige wereld verzetten. Wij noteerden de volgende vraagstellingen uit de discussie - en uit een enkele reactie naderhand in de pers - die wij hier in 't kort vastleggen:
Ons tijdschrift zou te wetenschappelijk, te intellectueel zijn; hierbij kunnen wij opmerken, dat wij er waarlijk niet naar streven slechts door de happy of unhappy few gelezen te worden, maar wel die bijdragen te brengen die naar vorm en inhoud het karakter van verantwoorde, onafhankelijke voorlichting vertonen.
Wij zouden, vooral in onze korte bestekken, zelf het zwart-witschema te veel hanteren. Men vergeet daarbij, dat, voorzover deze stukjes boutades zijn - en dat zijn ze meestal - deze vorm, juist ter bestrijding van de zware en drukkende zwart-wit-tegenstelling, een vereiste is. Als men van krypto-communisme gewaagt, dan vergeet men toch wel deerlijk, dat wij er niet op uit zijn onze mening te verbergen, maar er vooruit te komen.
Als men tenslotte de homogeniteit der redactie betwijfelt, dan mag juist ten aanzien van een tijdschrift als het onze de vraag gesteld worden, of wij in meer opzichten homogeen moeten zijn dan in de wil tot onafhankelijke meningsvorm en -uiting. En daartoe blijft de homogeniteit niet beperkt.