De Nieuwe Stem. Jaargang 11(1956)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 129] [p. 129] Elisabeth Siriks Jaarwisseling De kleuren zijn uitgelopen, Een nieuw vlies gaat in vormen lopen, De zeepbel van het jaar Is uit elkaar gespat. Een drempel-symbool is geheven, Een dag lang, voor onze ogen; In bereidheid te vergeten Staat nieuwheids-illusie als een koepel over de kern van onze wensen, En zeven dagen lengen de dagen Tot ongekende horizonnen, Dan wordt de oude vorm hervonden. De zeepbel van het jaar is uit elkaar gespat. [pagina 130] [p. 130] Carina (8 jaar) Zij loopt op prinsesse-voeten door de tuimelende dagen, En de woorden kunnen de klank van haar stem niet bijhouden haast. Een vormendroom en wilde durf Wonen binnen het cellofaan van de eigen, òmgedragen wereld waar zij als dictator heerst. Alleen als een feit uit een botsend heelal hard zich naar binnen prikt, of rond haar capsule het duister zijn schrikmaskers toont, Komt ze verweerloos, Nòg zonder wapens, Bedelen om haar deel zekerheid. [pagina 131] [p. 131] Rendez-vous Een zilver ebben over nachtoppervlakten na een steekvlam die schroeit, maar niet verwarmt, Stokken van alle gevoel - in een overgang die verrijkt noch verarmt - en wegschuiven in de deklaag van slaap; Tot de morgen klopt met dezelfde vraag waarop ik weer het antwoord niet kan weten: - Moet ik dit ópzuigen? Of vergeten? Verder spiralen rond deze herhaling, Of herbouw, die dit element geen levensrecht heeft toegekend? [pagina 132] [p. 132] De muis Middaglicht - en in dat licht Een muis, die met zijn klein gezicht De barometer van 't gevaar Aftast in dun en spits gebaar. Dat dit klein angstig ogenblik - buiten het eigen ik - Los springt En mij tot stilzijn dwingt, Is eindlijk weer Verbonden zijn, Barst in de schaal Van áfgesloten pijn, Een middaglicht En in dat licht Een kleine muis: - Een nieuw gezicht. Vorige Volgende