Kort bestek
Geerto Snyder, De avontuurlijke vuilnisbelt....
Of: voorzichtig met Duitse boeken, Nederlandse uitgevers!
‘Geerto Snyder, Der abenteuerliche Schutthaufen’, staat op de kaft van een nieuw populair-wetenschappelijk boek, dat bij een grote in München gevestigde uitgeverij (Verlag F. Bruckmann) is verschenen. Het scheelde maar een haar, of het was ook in Nederlandse vertaling uitgekomen. Toen een uitgever in ons land voor een Nederlandse editie voelde, liet zijn Duitse collega weten, dat voor de vertaling de auteur zelf zou kunnen zorgen. Zijn adres: ‘Professor G.A.S. Snyder, Wiesbaden....’
Toen kreeg men argwaan. ‘Prof. G.A.S. Snyder?’ In ons land geen bepaald populaire, een bepaald beruchte naam!
Inderdaad is de auteur van dit boek niemand anders dan de voormalige Amsterdamse hoogleraar Geerto Aeilko Sebo Snijder, die ‘bij sententie van het Bijzonder Gerechtshof te Amsterdam van 3 Mei 1949 is veroordeeld tot twaalf jaar gevangenisstraf en levenslange ontzetting uit het actief en passief kiesrecht, het recht tot het bekleden van ambten, het dienen bij de gewapende macht en de uitoefening van enigerlei werkzaamheid in Nederland op het gebied van onderwijs en vorming. Hij is gedurende de bezetting van Nederland door de Duitsers president geweest van de door de Duitsers opgerichte “Kultuurraad” (o.m. contrôle van de “Kultuurkamer” en het dpt. van Goedewaagen), adviseur van de rijkscommissaris Seyss Inquart, SS-Obersturmführer, enz. enz. Hij heeft zich schuldig gemaakt aan begunstiging van de vijand, aansporing tot dienstneming bij de vijand (hij heeft o.a. de hand gehad in de oprichting van het zg. “Vrijwilligerslegioen” van generaal Seyffardt), het blootstellen van anderen aan vervolging door de vijand, enz. Nadat hem gratie was verleend, heeft hij Nederland verlaten en zich in Duitsland gevestigd.’
Deze nuchtere woorden uit het rapport zijn voldoende om de man te tekenen. Op de flap van het boek, waarop enkele biografische gegevens omtrent ‘Geerto Snyder’ zijn vermeld, wordt verzwegen, dat hij Nederlander is. Zo onschuldig is dit ‘kulturgeschichtliche Werk’ - waaruit men o.m. kan concluderen, dat Adolf Hitler over ‘historische Einsicht’ heeft beschikt - trouwens niet.
Het toont b.v. aan, dat er altijd dictatoren geweest zijn en tyranniserende staten, eigenmachtige soldaten en grote kazernes, uitroeiing van andersdenkenden, door dictatoren opgerichte monumentale ge-