Men had de laatste oase voor 'Arafa en Mekka bereikt en de pelgrims maakten zich klaar om de nacht door te brengen.
En ook de oude vrouw en de jongen strekten zich uit op de grond. Ze beschutten zich met een dunne deken en lagen te wachten tot de slaap hen zou overvallen, terwijl ze het vage gemurmel van talrijke stemmen aanhoorden.
De blinde vrouw begon reeds weg te zinken in een vredige slaap, toen ze plots opschrikte door het verrassend luid knallend lawaai van een sterke motor. En onrustig greep ze met beide handen naar de jongen, die zich ook opgericht had en gespannen naar het rode monster keek dat vlak bij hen ronkend bleef staan met de snuit naar de vlakte van 'Arafa gericht.
Maar de knaap stelde haar gerust en zegde dat het een wagen was, waarmee zieke en vermoeide pelgrims vlugger de heilige plaatsen konden bereiken.
Maar niemand klom in de bus, want de muezzins en de imams lieten rondvertellen, dat de karavaan zonder haast in de loop van de volgende dag het gebied van 'Arafa zou bereiken. En dat Gods bijzondere genade zou te beurt vallen aan de pelgrims die helemaal te voet tot aan de Berg van Barmhartigheid zouden gaan.
De oude vrouw wist niet of het de opgestapelde vermoeienissen van de dag waren die haar gemakkelijker konden overmeesteren terwijl ze uitgestrekt neerlag. Of dat haar hart omkneld werd door een vreemde angst bij het plots aanhoren van het onverwacht geluid der bus. Maar ze voelde zich ziek en erg zwak. En terwijl zij een bevende hand aan haar voorhoofd bracht, laaide snel als een bliksemschicht de verlammende vrees in haar op dat ze misschien nooit 'Arafa en Mekka zou bereiken.
Gedurende gans haar leven hadden de kommer en de zorg om anderen, ellende, armoede, natuurrampen en oorlog haar van de heilige tocht weerhouden. En nu ze nog een dagreis van haar doel verwijderd was, voelde ze plots haar krachten wegsijpelen als water door het zand.
De gebeden in 'Arafa, het slachten van de geit, het opvangen van het hemelse water, de rondgang om de Kaaba, de dood op de warme stenen nabij de bron van Zemzem. Een luchtspiegeling in de verhitte geest van een arme oude vrouw, dacht ze weemoedig.
Met treurnis in het hart scharrelde ze recht en vroeg aan de knaap haar tot de bus te leiden. En aan de mannen te vragen wat de prijs was. En toen ze wist dat er nog wel genoeg zou overblijven om een offergeit te kopen en bij de Kaaba een voorbidder te huren, klom ze in de wagen.