De Nieuwe Stem. Jaargang 10(1955)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 674] [p. 674] A.K. Rottiers Bezoek aan een landschap Voor mijn Vrouw Van uur tot uur wordt de zin Onzer koninkrijken duidelijker: Hun ineenstorting is regel en wet. Waar stond het gebeeldhouwd paleis In de lusthof van wolken en weiden, Stroelen fonteinen hun glansen en schijnen Tussen puinen, blaren en eiken... Flarden van pagen en lakeien Hangen aan takken en zonnewijzers... De zandloper werd verbrijzeld... en Gij wordt diep vernederd... Ik weet niet of Gij gezien hebt Hoe de Herfst, de laatste Prins Der horden, de brand Aan gevels en vensters sloeg? (Gij weende verdoken in het kleed Uwer haren, De wormen knagend aan Uw voet...) Na de wind is de regen gekomen, De afgehouwen handen en voeten der dingen Bloedden in feilloze gracht... Alléén de hemel is lager gekomen Tot de wit-marmeren trappen der kinderjaren... [pagina 675] [p. 675] Schouwing I Schouw door het tuinhek van de tijd: Een boek waait open en zonder Woord of wederwoord wordt luid De wil tot werk, tot leven! Licht van zon en wind, Muziek van sferen, omtstraalt het kind Dat door de dreef rent, spelend Met vlinders en met vedels... Kijk, geen rivieren en geen stromen, Geen bergen en geen dalen in deze Kleine tuin achter het wit Klein huis, maar regenbogen, Een vlucht van duiven, Gras, een wolk van rozen!... Schouw door het tuinhek van de tijd: Een boek waait open en zonder Woord of wederwoord wordt luid De wil tot werk, tot leven! [pagina 676] [p. 676] Ik, van een andere wereld Waar of mijn voetstappen echoën, In de gangen van tijd, In de treinen van gisteren Of de huizen van morgen, In de kamer waar ik mij neervlij En de wind hoor zingen En het orgel van de tijd Speelt op de getijen van mijn tijd, In mijn slaap, of in het bos Der herinneringen op kantoor, Bij een gracht of een meer, Steeds weer, steeds weer en waarom Staat gij voor mij: ik, van een andere wereld?... Vorige Volgende