L. Sluimers
Sowjet-wetenschap in de praktijk
Men hoort in Westelijke wetenschappelijke kringen nog weleens geluiden, die erop zouden kunnen wijzen, dat men in het Oosten van ons werelddeel beter op de hoogte is van de in het Westen verschijnende wetenschappelijke publicaties dan omgekeerd.
Wat er van deze stelling waar zij, vast staat, dat het hierna te bespreken en in Oost-Europa verschenen werk in de Westelijke wereld onvoldoende bekendheid geniet.
Jerussalimskij's ‘Die Aussenpolitik und die Diplomatie des deutschen Imperialismus. Ende des 19 Jahrhunderts’ verscheen in 1948 in de oorspronkelijke Russische uitgave te Moskou.
De Duitse uitgave zag - n.b. in Oost-Berlijn - het licht in 1954.
Een Nederlandse recensie heeft schrijver dezes nergens aangetroffen en zelfs heeft hij redenen om aan te nemen, dat het enige in Nederland aanwezige exemplaar - en dat nog in de Duitse vertaling - zich bij het schrijven dezer regelen onder zijn berusting bevindt.
Voordat schrijver wil ingaan op de redenen, waarom hij deze gang van zaken betreurenswaardig vindt, enige opmerkingen over de schrijver.
A.S. Jerussalimskij (geb. 1901) is medewerker aan het Geschiedkundige Instituut van de Academie van Wetenschappen der Sowjet-Unie. Hij geldt als een uitnemend kenner van het Bismarckiaanse en Wilhelminische Duitsland en publiceerde o.m. een boek over de ‘War-Scare’ van 1875, een werk over Bismarck als diplomaat en een aantal artikelen in het ook hier te lande wel bekende Diplomatieke Woordenboek van wijlen Vyshinskij. Voorts vertaalde hij Bismarck's ‘Gedanken und Erinnerungen’ in het Russisch. Hij speelde een belangrijke rol in de discussie, in het midden der dertiger jaren rond het historische oeuvre van de merkwaardige figuur van wijlen Pokrowskij.
Wat het onderhavige werk betreft, reeds in de inleiding ervan kan men geluiden vernemen, die voorzover schrijver kan beoordelen, de historici van de Amsterdamse school aangenaam in de oren moeten klinken.
‘Der Forscher, der die deutsche Dokumentensammlung studiert, muss vorher eine grosse destruktive Arbeit bewältigen, das ihm aufgezwungene Schema zu durchbrechen....’ Hierin lijkt ons de opvatting geïmpliceerd, dat de kijk, die in een bepaalde periode ten aanzien van