De Nieuwe Stem. Jaargang 10(1955)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 481] [p. 481] Anthonie Donker In memoriam M.V. O vreemde mededinger dood, gij zijt niet goed, gij zijt niet groot. Gij zijt alleen de ijzeren wet, de voet die ons wordt dwarsgezet. Gij zijt geen meester maar een knecht. Het goed waar gij beslag op legt wordt daarom niet uw eigendom. Men vreest u niet terecht alom. Men vreest omdat men niet doorziet hoe klein, hoe arm uw machtsgebied. Gij zijt de slaaf die draaft en slooft maar die d'onblusbre vlam niet dooft. Want ditmaal heb ik u doorzien duidelijker dan ooit voordien, nu gij een mens hebt weggehaald, waar g'in de verte niet bij haalt. Zo zuivre geest, zo klare ziel, die aan uw dommekracht verviel? De ziel blijft echter souverein, en elders werkt het helder brein. Gij hebt slechts hier het uurwerk met uw blinde vinger stilgezet. Onkundig zijn wij van het oord waar thans die klokslag wordt gehoord. Vorige Volgende