Ex libris
W.A. Braasem: ‘Moderne Indonesische Literatuur’. (Uitgave: C.P.J. van der Peet, 1954, f 3,90)
In Nederlandse culturele kringen is de heer W.A. Braasem zeker geen onbekende figuur. Reeds menig werk heeft hij gepubliceerd over Indonesië's cultureel en letterkundig leven, o.a.: ‘Proza en poëzie om het heilige meer der Bataks’, ‘Pantuns’ (beide verschenen bij dezelfde uitgever) en - in samenwerking met de heer R. Nieuwenhuys: ‘Volkspoëzie uit Indonesië’ (uitgave van J.B. Wolters, Groningen-Djakarta 1952).
Het boekje ‘Moderne Indonesische Literatuur’, dat 97 pagina's ‘dik’ is, is beknopt en gedegen als een dissertatie! Het heeft als ondertitel: ‘Doorbraak uit oude bedding’ en is voorzien van bio- en bibliografie, waardoor het - naar mijn mening - zeer nuttig kan zijn voor Indologische studenten en andere Nederlanders en Nederlands sprekenden, die zich interesseren voor de ontwikkelingsgang van Indonesië's cultureel en letterkundig leven.
Edoch, de ruim negen jaar tijd, welke ik hier in dit land heb vertoefd, heeft mij tot de ontdekking gebracht, dat ‘men’ hier te lande nog steeds heel weinig animo voelt voor de cultuur en literatuur van mijn vaderland. En dat, ondanks de onvermoeide pogingen van de ‘Stichting voor Culturele Samenwerking tussen Nederland en Indonesië, etc.’ (vulgo: de ‘Sticusa’) te Amsterdam. Het door bedoelde stichting periodiek gepubliceerde ‘Cultureel Nieuws’ geniet ook niet diè belangstelling, welke het op zichzelf verdient.
Ik ben mettertijd dan ook tot de conclusie gekomen, dat de onkunde omtrent Indonesië niet uitsluitend te wijten is aan gebrekkige voorlichting, doch meer aan de gebrekkige belangstelling van de zijde van het publiek. Ik heb zelfs moeten ervaren, dat de termen ‘Indonesië’ en ‘Indonesisch’ (bahasa Indonesia) nog slechts bij enkele Nederlanders ingang hebben kunnen vinden. De ‘doorsnee’ Nederlander spreekt bij voorkeur nog van Indië (soms ‘ons’ voormalig Indië!) en Maleis. In de uitzendingen van de ‘Avro’ (voornamelijk in de ‘geestige’ rubriek: ‘Even afrekenen, heren!’) hoorde ik enkele malen nog het woord ‘inlander’!
Vergeef mij, dat ik enigszins van mijn chapitre ben afgedwaald, doch ik achtte bovenstaande ontboezeming noodzakelijk, teneinde aan te tonen, dat velen hier te lande - zovele decennia na Multatuli! - Indonesië nog steeds van zo uiterst weinig belang voorkomt.
Hoogstens bij de Nederlandse R.K. Missie, de Protestants-Christelijke Zending en - last, but not least! - bij de ‘progressieven’, c.q. de socialisten en communisten!
Doch ‘ende dispereert niet’, zei Coen. Ook wij zullen nog steeds de moed niet opgeven, dat eens Indonesië de volledige belangstelling zal genieten bij jong en oud Nederland.
Ik wens daarom dit boek in veler handen. Het is prettig geschreven, door één, die in Indonesië zelf geboren is en die dat land en zijn volk van nabij heeft gekend en bemind.
I.F.M. SALIM