De schrijver wilde haar zien toegekend aan - U raadt het in geen tienen - de uitvinder van de waterstofbom.
Natuurlijk niet, omdat hij die bom zonder meer bewondert, maar omdat hij er een afschrikwekkende werking aan toekent. De redenering is dan.... Maar waarom de voze rationalisatie en justificatie van de kortzichtigheid en angst te herhalen die de lezer iedere dag weer-aan in de krant en door de radio horen kan? Het hele sprookje van de afschrik- en daardoor vrede-wekkende werking van de atoomwapenen is reeds hiermee weerlegd dat door de hele geschiedenis heen de wapenen aldoor vernietigender zijn geworden zonder dat dit nog ooit het hazardspel der oorlogsmakers heeft opgehouden, laat staan verhinderd.
Maar de werking van de atoombom is nog iks-maal verschrikkelijker dan die van alle voorgaande bij elkaar, is dan de repliek. Inderdaad. Maar voor wie niet aan sprookjes gelooft, kan dat slechts betekenen dat juist die verschrikkelijkheid om het even de aanvaller of verdediger nopen zal tot het gebruik van dit wapen over te gaan, in de hoop het gebruik ervan door de tegenstander te voorkomen.
Ten slotte had ook onze humanist wel kunnen weten dat het ‘Pentagon’ ons aller lot in handen heeft. Sir Anthony heeft het anders al April van het vorig jaar ontdekt na zijn gesprek in Parijs met Dulles en Radford over Dien Bien Phu. ‘The chief danger of war at this moment lies in the Pentagon’ zei de tegenwoordige prime minister toen (Statesman and Nation, 5 Mrt. 1955, p. 309, 1ste kol.). En het Pentagon heeft openlijk verklaard, de westerse oorlogsvoering op het gebruik van atoomwapens te baseren.
Men zou zo denken dat men voor de bestrijding van het geloof in sprookjes bij het Humanistisch Verbond terecht kon. Het tegendeel blijkt het geval. Als het groene hout al dor is, hoe dor moet dan het dorre wel zijn?
Maar dat is waar ook. Men wil immers in het Humanistisch Verbond niet ‘groen’ zijn? Men laat zich daar geen knollen voor citroenen verkopen. Door geen Pentagon niet en door geen meeloper als Eden niet. Niks hoor. Onze cobaltbommelaars weten van wanten.