Ex libris
Th. Oegema v.d. Wal, Practische Kleurenpsychologie, Amsterdam, Wereldbibliotheek.
Zo ongeveer in het jaar 1934 verenigden zich een groep personen tot het destijds welbekende ‘Genootschap voor practische Kleurenpsychologie’ met het doel, de toepassing van de psychologisch verantwoorde kleur te propageren. Deze Vereniging, die, als zovele andere verenigingen, slachtoffer der Tweede Wereldoorlog werd, wees reeds op het grote belang van de kleurenpsychologie in verband met de kleurtoepassing in scholen, ziekenhuizen, fabrieken enz., lang voordat een dergelijke kleuropvatting in Amerika tot een belangrijke beweging uitgegroeid was. Het verdwijnen van genoemd genootschap liet een leegte na, die eigenlijk nooit is opgevuld. Het was daarom voor schrijver dezes, op wiens initiatief dit genootschap werd opgericht, een zeer aangename verrassing, toen hij bovenvermeld boek op zijn schrijftafel vond. Dit is nu precies het boek, waarop de wereld der moderne kleurtoepassers reeds jaren gewacht heeft.
Inderdaad, de heer Oegema v.d. Wal heeft de coloristische literatuur verrijkt met een boek, dat een unicum is in de wereldliteratuur. Zeker, er bestaan talloze boeken, die verschillende aspecten van de kleurenpsychologie behandelen, maar geen dezer boeken is zo alomvattend en vooral zo bij uitstek practisch als Oegema's boek; geen van deze verhandelingen geeft behalve het ‘waarom’ ook het ‘hoe’.
Het inleidende theoretische gedeelte, hoe belangwekkend en boeiend ook, is slechts een aanloop voor de sprong naar de praktijk van de psychologische kleurtoepassing. Terecht zegt Oegema: ‘Want een wetenschap, hoe belangwekkend ook, welke slechts een philosophische of psychologische maar uitsluitend theoretische waarde zou bezitten, heeft in onze haastige en vooral op het practische nut gerichte tijd weinig recht en ook weinig reden van bestaan.’
Deze geest ademt het gehele boek: practisch nut. In het overgrote deel van het werk geeft de schrijver dan ook zeer waardevolle richtlijnen aangaande de psychologisch gerichte kleurtoepassing op alle levensgebieden.
Als dit voor een bezonnen geleerde als de heer Oegema een verdienste mag heten, dan heeft het boek de verdienste, dat het geen spoor aanwijst van de nevelachtige fantasterij en valse romantiek, waartoe het onderwerp zich zo bij uitstek leent, wanneer het zich in handen bevindt van een van de vele beunhazen, waaraan de wetenschap der psychologie helaas zo rijk is. De kwalificatie ‘populair wetenschappelijk’ is maar al te vaak een vlag, die een lading van ontstellende oppervlakkigheid en halve waarheden dekt. Oegema's werk is evenwel populair wetenschappelijk in de goede zin. Uit het gehele werk spreekt een enorme belezenheid en een uitgebreide, gedegen psychologische en philosophische kennis, die de lezer wordt voorgezet zonder de ballast van het vakjargon. Dit maakt het boek zo uitermate boeiend, zodat het zich als een roman laat lezen. Het richt zich niet alleen tot de kleurtoepassers en tot hen, die met kleuren te maken hebben, maar ook de ontwikkelde leek op kleurengebied kan aan Oegema's boek zijn vreugde beleven.