| |
| |
| |
Kort bestek
Kubelik en Rafaël
Zowel Vrij Nederland als De Groene schrijven op 22 Januari 1955 over de dirigent Kubelik. Als men twee volstrekt verschillende soorten hedendaagse weekblad-journalistiek naast elkaar wil zien, moet men beide artikelen naast elkander leggen. In het ene artikel, dat ik Kubelik noem, wordt het werk van een dirigent op uitnemend deskundige wijze geanalyseerd. Het andere, dat wij Rafaël noemen heeft voornamelijk romantisch gedroom tot onderwerp, al heet de aanleiding Rafaël.
Beide bladen lagen enige jaren na de oorlog ongeveer in dezelfde richting, op hetzelfde niveau. Men las ze vaak om het jaar. Fusieplannen zijn nog maar net niet doorgegaan. En sindsdien gingen de bladen met het jaar meer van elkaar verschillen.
Is in 1955 het verschil het verschil tussen artikel Kubelik en artikel Rafaël? Zal het Vrij Nederland van Van Randwijk nog eens een Libelle worden op hoog niveau? Dat zal het, als er te veel in wordt gerafaëld. Maar inmiddels hebben wij de reportage over Karel Appel, door Jan Vrijman gelezen; die geeft wel weer wat vertrouwen. Laten wij eens afwachten hoe dat met V.N. wordt.
| |
Europese melkpoel
Mendès-France probeert de Fransen te leren, dat melk gezonder is dan een apéritif. Dit weten wij in Holland al sinds een eeuw, toen de Utrechtse hoogleraar Mulder de onvergetelijke woorden sprak, dat drankmisbruik bij de arbeiders niet bestreden kan worden door afschaffing, maar door hun de middelen te geven voor aanschaffing.
Sindsdien heeft melk als goedkope volksvoeding er sterk toe bijgedragen, dat Nederland niet slechts in West-Europa, maar in de gehele wereld een uitzonderingspositie is gaan innemen wat zuigelingen- en kindersterfte betreft.
Maar uitzonderingsposities zijn niet in de geest van het streven naar wat men met een zeker euphemisme ‘Europese eenheid’ pleegt te noemen. Onder buitenlandse druk, om ‘onze positie tegenover de andere West-Europese regeringen te versterken’ heeft minister Mansholt zich genoopt gezien de melkprijs in het hartje van de winter, ter aanpassing aan het Europees prijsniveau, flink te verhogen. Wordt er ook gestreefd naar een nivellering van het alcoholverbruik - Frankrijk
| |
| |
wat minder, wij wat meer? En naar een nivellering van de kindersterfte-cijfers - zij wat lager, wij wat hoger?
De melk wordt duur betaald!
| |
Ordnung musz sein!
Het liften van militairen is een spontane vorm van solidariteit tussen burgers en ‘mindere’ militairen. Het ‘militair prestige’ en de ‘waardigheid van de soldaat’ laten deze solidariteit blijkbaar niet langer toe. Ordnung musz sein! Maar ook nu blijven de mindere militair en de burger solidair. Beiden vertikken het zich op commando naar officiële afhaalplaatsen te laten dirigeren. Solidariteit laat zich nu eenmaal niet commanderen. Auto's, voorzien van de tekens M.M.M. (militairen mogen meerijden) blijven langs de hoofdwegen kruisen.
Met onverbiddelijke militaire logica worden derhalve op bevel van ‘meerderen’ de hoofdwegen door militaire jeeps bewaakt: wie een lift krijgt van een M.M.M.-wagen, zelfs zonder erom te vragen, krijgt zes dagen verzwaard arrest. En de commandant in Breda trekt de laatste consequentie door zijn ‘minderen’ te verbieden om op de weg naar auto's te kijken.
En zo is dan het militaire prestige van de ‘minderen’ gered. Rest de vraag, hoe het staat met het burgerlijk prestige van de ‘meerderen’. Want de beangstigende vraag gaat ons kwellen of de generaals, aan wie al volgens Napoleon geen oorlog kon worden toevertrouwd, niet langzamerhand in onze maatschappij zulke antiquiteiten zijn geworden, dat men beter doet ze in een museum op te bergen, bv. naast de martelwerktuigen uit de Middeleeuwen. De hele mensheid zal er genoegen aan beleven en - baat bij vinden.
De solidariteit van burger en ‘mindere’ militair zal er dan wel voor zorgen, dat ze er niet meer uitkomen! Want.... het is allemaal te gek om los te lopen!
| |
Druk van boven
‘Als grootste rem werd door allen genoemd, dat men, wanneer men zijn mening zou uitspreken, terstond uit partij, kerk, organisatie of eigen kring zou worden gestoten. Alles is geëtiketteerd, en met een mening, afwijkend van die van de middengeneratie, is men terstond communist of verdacht. Deze ontzettende druk van boven af, van ouderen zowel als de publieke opinie, snoert de jongeren de mond.’
Deze passage komt niet voor in een geschrift, dat handelt over de toestanden in Spanje of Griekenland, zelfs niet in de Verenigde Staten.
| |
| |
Het gaat over ons eigen land. En het is niet een klacht uit een blad van linkse socialisten of pacifisten. Het staat in de ‘Nieuwe Rotterdamse Courant’ van 17 December 1954, in een verslag van een forum-discussie over het jongerenvraagstuk, gehouden in het kader van de actie ‘Plein-1954’, waar Rooms-Katholieke en Protestantse geestelijken een grote rol in spelen.
Deze onverhulde en veelzeggende woorden zouden vele Nederlanders op zijn minst enige bescheidenheid moeten leren. De bescheidenheid die nodig is om zich niet op de borst te slaan wegens de in ons land verwezenlijkte vrijheid van meningsuiting. Want hoever die vrijheid reikt, wordt niet beoordeeld door degenen die meningen huldigen, welke op essentiële punten de gangbare dicht benaderen; hierover kunnen slechts zij oordelen, die uitmiddelpuntige meningen koesteren - maar die houden, zoals eveneens uit deze passage mag worden opgemaakt, hún oordeel over de bestaande meningsvrijheid maar al te vaak vóór zich.
Wie dit niet gelooft, geven wij in overweging een proef te nemen, vergelijkbaar met het experiment van die man, die zich in ‘Gentleman's agreement’ voor Jood uitgeeft, om te weten te komen wat antisemitisme is en hoe het werkt. Men zou bijvoorbeeld eens kunnen proberen zich een half jaar lang op ‘De Waarheid’ te abonneren - ja, en natuurlijk zònder aan zijn boven- en benedenburen te zeggen, dat men heus geen communist is, want daarmee geeft U al de afwezigheid van vrijheid toe. En U zou aan V.A.R.A., A.V.R.O. en hoe al die andere omroepverenigingen, elk met een andere levensbeschouwing mogen heten, een verzoek moeten richten om over de radio een serie lezingen te houden om te pleiten tègen de Duitse herbewapening; U mag er gerust bij vermelden dat U anti-communist is, al is deze erkenning op zichzelf al een morele nederlaag voor wie wil bewijzen dat er vrijheid van meningsuiting bestaat. En neemt U eens, voorzover U onder de dertig jaar is, een proef met een serie sollicitaties, waarbij U de afwijzing van de Duitse herbewapening niet onder stoelen of banken steekt, en gooit U er tussendoor, dat U ‘De Waarheid’ leest.
Het is een misverstand, dat vrijheid van meningsuiting slechts door concentratiekampen kan worden beperkt. Er is altijd een sterke overtuiging en een grote mate van strijd nodig om een positie te handhaven, die ver van de gemiddelde opinie afwijkt. Verreweg de meesten kiezen, al vrij jong, de gemakkelijkste weg en sluiten een compromis, waarbij zij zichzelf voorhouden, dat hun mening eigenlijk niet zover afstaat van de gemiddelde. Of zij proberen, bij de uiting van sterk
| |
| |
afwijkende meningen, voortdurend bewijzen van goed gedrag te geven door vooral óók naar de andere zijde te schelden. Of - zij zoeken een ander gravitatieveld op, bv. het communisme, en vinden dáár hun betrekkelijke veiligheid in onderlinge solidariteit, ook al is die positie in onze samenleving ver van gemakkelijk.
Wij kunnen dankbaar zijn, dat er in onze Nederlandse maatschappij althans een aantal van deze gravitatievelden bestaan, en dat daarmee een betrekkelijke mogelijkheid van keus wordt gegeven. Maar laten wij vooral de practische mogelijkheden voor het individu niet overschatten. Broodroof en psychische druk van de omgeving zijn gewoonlijk even effectief als het concentratiekamp. En aan de andere kant kan ook weer het concentratiekamp alleen effectief werken, als het gesteund wordt door de publieke opinie.
‘Ontzettende druk van boven af’ - zò ondervinden blijkbaar de ontevredenen, in het bijzonder de jongeren, dezelfde situatie, die officieel ‘vrije wereld’ heet.
| |
De laatste parel
‘Op de verjaardag van Koning Willem I, 24 Augustus 1828, werd een parel aan diens kroon toegevoegd. Doch, helaas, hoe weinig waarde bleek zij te bezitten’, aldus Dr Kielstra in zijn geschiedkundige schetsen, ‘De Indische Archipel’, p. 303. De parel heette West-Nieuw-Guinea.
Het zou tot 1898 duren voordat de eerste blijvende bestuurspost werd gevestigd. Het zou tot 1927 duren, voordat de Nederlands-Indische Regering een nuttige bestemming voor dit reuzen-eiland had: verbanningsoord voor Indonesische nationalisten, die Nederland de paarlenkroon betwistten, en zonder enige vorm van proces naar dit duivelseiland konden worden gezonden.
Wrokkend en mokkend heeft Nederland in 1949 de overige paarlen aan Sukarno en Hatta afgestaan, na een laatste poging hen achter prikkeldraad onschadelijk te maken. Maar in de strijd om het behoud van die ene parel schijnt nu alle wrok en dépit over dit verlies te worden uitgeleefd. In het bezit van die ene parel wordt de gehele vergane koloniale glorie opnieuw beleefd. Eénmaal nog de grandseigneur mogen spelen, tot morgen de kater volgt. De kater, wanneer de door Nederlanders in Indonesië belegde milliarden worden genationaliseerd door Indonesische leiders, die de Nederlandse historische aanspraken, en de Nederlandse klachten, dat Indonesië geen rechtsstaat is, op hun waarde weten te schatten.... En die au fond niets
| |
| |
méér gevraagd hebben, dan dat Nederland zijn belofte van 1949 zou inlossen, dat er over het bezit van de parel althans gepráát zou worden!
Morgen komt Bartholomeusnacht. Morgen zal het misschien al te laat zijn voor het plan van Welter om de evacuatie van Nederlanders uit Indonesië voor te bereiden. Maar vandaag - kan het ‘Algemeen Handelsblad’, dat zich voor de belangen van het Nederlandse zakenleven zegt in te zetten, de Indonesische regering nog eens lekker treiteren door advertenties van een halve pagina op te nemen van de stichting ‘Door de Eeuwen Trouw’, met het fijnzinnige opschrift ‘Ha, Zwarte!’, gesanctionneerd door klinkende namen als Prof. Cleveringa, Prof. Verzijl en Dr De Kat Angelino.
Vandaag viert Belsazar nog feest, met de ene overgebleven waardeloze parel.
‘Und sieh! und sieh! an weiszer Wand,
Da kam's hervor wie Menschenhand;
Und schrieb, und schrieb an weiszer Wand
Buchstaben von Feuer, und schrieb und schwand.’
| |
Probeert U het eens bij ons!
Zoals uit een bovenstaande k.b. blijkt, voelt de jeugd zich niet meer vrij haar mening te zeggen. Dat is erg. Zo èrg, dat wij maar één ding weten, wat erger is. Dat is, dat zij zich blijkbaar daarbij neerlegt.
Als het inderdaad zo gesteld mocht zijn, wordt het hoog tijd dat echte heldenwoord van Michiel de Ruyter weer in de herinnering terug te roepen, dat op school zelden of nooit van hem wordt overgeleverd, voorzover ons bekend.
In Juli 1672 had hij na de gevangenneming van Cornelis de Witt een brief tot diens verdediging aan de Staten geschreven. En toen in September - de beide De Witten waren vermoord en het bewind was ‘om’ - ‘zeker aanzienlijk persoon’ hem vroeg, ‘waar zijn verstandt en voorzichtigheid was geweest, toen hij zulk een brief tot verschooning van den Ruwaart van Putten uit de vloot hadt geschreven?’, was het antwoord van de Admiraal, rustig en eenvoudig dit:
‘Indien 't hier in 't vaderland zoo gelegen is dat men de waarheid niet mag spreken, zoo is 't er ellendigh gestelt. Nochtans zal ik die spreeken zoo lang mijn oogen open staan.’
De waarheid spreken, zo lang onze ogen openstaan. Er zijn er nog die 't doen. Om één recent geval te noemen: Wim Kan, die niet geaarzeld heeft op Oudejaarsavond voor de VARA-microfoon te zeggen, wat hij van de Duitse herbewapening dacht.
| |
| |
En al ware er niemand anders meer, dan zou het nog de raad zijn die wij de jeugd geven, rustig en eenvoudig als De Ruyter, de waarheid te spreken. De jeugd en alle anderen, die in de huidige omstandigheden om welke redenen dan ook in de verleiding komen, haar te verzwijgen.
Zoals, om ook hiervan een recent geval te noemen, de heer Buitendijk, ambtenaar aan het ministerie van landbouw, wie - blijkens een bericht in ‘Het Handelsblad’ van 13 Januari - eerst het voorzitterschap van de Consumentenbond door minister Mansholt werd verboden en die nu door hem gedwongen werd ook ontslag te nemen als bestuurslid daarvan. Wel niet toevallig terzelfder tijd van de verhoging van de melkprijs, waartegen de Bond van zijn standpunt - met vele anderen trouwens - begrijpelijke bezwaren heeft.
Mogen zij allen voor eens en voor altijd weten, dat in dit blad de waarheid nog steeds gezegd kan worden.
Probeert U het eens met ons!
|
|