De Nieuwe Stem. Jaargang 10(1955)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] M. Mok Woorden in het donker De nacht - ik ruik de warmte van haar haren en strijk een vinger langs haar huid. Ik kan de koude ogen voelen staren der wereld aan de vensterruit. Ik fluister woorden in het donker, waar niemand ooit van weten zal. Ik lig alleen in de spelonken van het bewegende heelal. Zij slaapt, ik laat mijn handen rusten, haar leven rijst en daalt zo zacht, en aan de einder van haar onbewuste gaan dromen voort als wolken in de nacht. [pagina 86] [p. 86] Ik hoor de woorden.... Ik hoor de woorden die gij niet meer zegt, muziek die tot verstening is gedoemd, angst die haar wortels niet meer openlegt, geen ding meer met vergeefse namen noemt. Gij moet bestaan alsof gij niet bestondt, de tekenen voorbijzien die gij leest. Morgen en avond vloeien door uw mond als zuchten van een uitgewoed tempeest. Ik kan uw voeten niet verwarmen die als verloren dieren in de nacht hun schamelheid naar voren steken. Ik kan de bogen van uw armen waarin uw hoofd de morgen wacht, niet meer tot horizonnen openbreken. [pagina 87] [p. 87] Morgen Het wordt weer dag, de witte ramen leunen tegen de adem van een nieuwe lucht, de wind gaat stapvoets door de wereldruimte, de zee prevelt beraden voor zich heen. Diep in mijn mond proef ik het zout der lucht. Achter mijn hand ligt zand en wind te wachten. De hemel breidt zijn velden om mij uit. [pagina 88] [p. 88] Het doodgewone Het doodgewone: mannen in hun kleren en met een halfgemompeld woord tussen de tanden. Ik zie de jaren die hun lijf verteren, ik hoor de golven in de voornacht branden waardoor zij eenzaam naar hun huizen keren. Zij hebben niets dan hun bestaan omhanden, zij kunnen niets meer winnen, niets verleren, wanneer zij aanstonds in de nacht belanden. [pagina 89] [p. 89] De morgenzee De morgenzee ruist met haar blauwe mantel; mijn hoofd ligt lager dan haar stroomgebied; het hemelse houdt in mijn adem stand. Ik laat mijn vingers in de koelte baden, diep en doorschijnend om mijn ledikant, dat als een landtong in de branding staat. Vorige Volgende