De Nieuwe Stem. Jaargang 10(1955)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Lizzy Sara May Eindeloos eindeloos wenen de wolken lange tranen kralen van een verwoeste dame die haar leven uitzit nog maar zoveel jaren herfst zucht de dame tot zichzelf en dan heeft de winter het zijne gedaan er zijn nog altijd tranen die niet willen stollen dus is er nog hoop zegt het kind in zijn tekening met de tong uit de mond tracht het de wereld mooier te maken en de wereld wacht boven de koffie in het café onder het afdak van zijn optimisme tot de regen ophoudt en het leven begint zo begint het leven in rode neonletters zegt de bioscoop tegen een lange queue merkwaardig het lijkt wel of iedereen dat is vergeten [pagina 66] [p. 66] niemand wordt vergeten schreeuwt de omroeper met zijn ijzeren keel luistert naar de verloren mensen die in hun eeuwige geboorte recht hebben op onze dierenbescherming eindeloos wenen de wolken verder blijft de verwoeste dame zitten komt de herfst terug tekent het kind wordt de koffie koud blijft de omroeper schreeuwen begint het leven.... [pagina 67] [p. 67] Voor een onbekend soldaat aan Frans Vester omfloersd de aarde boom en blauw als trommen die hun rouw verkonden gekromd de rug het hart de waardigheid als bruggen ingestort onder te zware vrachten ontbindend merg bloed en skelet als horizonten weggezonken in de poolnacht gespleten handen dorpen steden werelddelen slaan op de schouders van een vermoorde onbekende [pagina 68] [p. 68] die als een klank is hoger ijler dan de luchten wijder dan vogels in hun vlucht dieper dan aarde dwingender dan alarm zuiverder dan het argeloos verbazen verder dan tijd het brekend uur o onbekende die voor niemand is gevallen niet voor de staat niet voor een nabestaande die met zijn nameloze vuist omfloersd alarm slaat tegen zinneloos geweld ontkende mens ontkende tederheid die in de klank zijn tombe heeft gevonden bij de compositie: for an unknown soldier van Hunter Johnson [pagina 69] [p. 69] voor Dick toen de bomen die we onder tranen grootbrachten de maat sloegen van de storm en de schaduwen vooruitsnelden hoe minutieus draaide de wereld toen door in de seinwachter later zullen we zeggen we hebben onderaards gespeeld in deze stad waar het ongeluk moe werd van de handen die nimmer te moe werden om het geluk te verraden het was een stad vol ellende het was een ellendige stad dit alles zullen we zeggen later als we glimlachend oud zijn en niet meer zo doorschijnend Vorige Volgende