communisten van 12 November 1926 werd de roep om de Indonesische eenheid luider. In Nederland had Mohammad Hatta de leiding van de groep Indonesische studerenden, die zich om de Perhimpunan Indonesia schaarden. Het onuitgesproken pleidooi van Hatta, in brochurevorm uitgegeven ‘Indonesië Vrij!’ was het slotstuk van het proces in Den Haag van Maart 1928.
In dit verband kunnen wij begrijpen, waarom de oprichting van de Jong Islamieten Bond als een reactionaire daad werd beschouwd. Het moment was in die omstandigheden minder gunstig. Later bleek, dat die beweging levensvatbaarheid heeft bewezen, totdat de Japanse bezetter ze liet opdoeken.
Als parlementair was Salim o.a. bekend als de strijder voor de erkenning van de Bahasa Indonesia (Indonesische taal) als omgangstaal, welke strijd gestreden werd in de zittingen van de Volksraad. Van nog groter belang was de strijd voor ‘Autonomie voor Indonesië’.
In het begin van de nationale beweging betekende leider-zijn tegelijk journalist-zijn. Bijna iedere leider moest ook de pen als wapen hanteren. De Indonesische journalistiek was toentertijd een verlengstuk van de nationale beweging. Agus Salim was dan ook een van de bekende journalisten naast Douwes Dekker, Soewardi Soeryaningrat (nu: Ki Hadjar Dewantoro), Tjokroaminoto, Soekarno, Hatta, Sjahrir, Tjipto Mangoenkoesoemo, en vele anderen. In de jaren van de eerste wereldoorlog was hij redacteur van de ‘Neratja’ (Weegschaal). Later werkte hij aan de ‘Mustika’ en andere bladen. Vele redacties vroegen vaak om zijn bijdrage. Hij was bekend om zijn polemieken. Zijn Islamietische artikelen waren sterk filosofisch. Hij las Kant, Hegel, Marx, Schopenhauer, Fichte, Nietzsche, naast Averroes en Avicenna. Deze diepe studie in de Islam-filosofie opende later de kans om in 1952-53 aan de Cornell - en Princeton University (U.S.A.) te doceren.
Meer dan een schets uit de levensloop van Salim konden wij in dit korte bestek niet geven.
Het einde is eerder gekomen dan verwacht werd. Op zijn 70ste verjaardag, 8 October j.l., heeft een groep van zijn leerlingen en aanhangers hem een bundel van zijn artikelen en redevoeringen aangeboden, genaamd Djedjak dan Langkah Hadji Agus Salim, (Uitg. Tintamas-Djambatan, 1954), zoals Hatta's vrienden gedaan hebben op diens 50ste verjaardag (Verspreide Geschriften, Uitg. v.d. Peet, 1952). De Indonesische maatschappij begint haar grote mannen beter te leren waarderen; deze bijdragen tot de bibliografie en documentatie, ter registratie van historische feiten van grote culturele waarde zijn daar-