De Nieuwe Stem. Jaargang 9
(1954)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 301]
| |
Weg met die bom!
| |
[pagina 302]
| |
groter was bewijst de lijst van doden en gewonden van Amerikanen zowel als van inboorlingen, die meer dan 160 kilometers verwijderd waren, en het fatale gebied ongeveer de omvang geeft van de Amerikaanse staat Maine, ongeveer 46.000 vierkante kilometers. Voor de proefneming in April heeft de Commissie voor Atoom Energie, naar het blijkt, het als gevaarlijk getekende gebied bepaald op een zevenhonderdduizend vierkante kilometers. Het moge als commentaar op de omvang van de April-bom voldoende zijn dat dit gebied evenveel vierkante kilometers beslaat als al de staten van Amerika aan de Atlantische Oceaan samen, van Nieuw Engeland tot aan Florida! Maar in feite zijn geen van de bondige berekeningen, plannen, schattingen en rapporten, die de Commissie voor Atoom Energie voor de publieke consumptie verschaft, betrouwbaar. Deze instelling verspilt op kwistige wijze het geld van de Amerikaanse belastingbetalers, en goochelt met hun levens achter een gordijn van super-geheimdoenerij. Ze weigert zelfs het volk van de Verenigde Staten van de feiten te voorzien, die, zoals is toegegeven, in het bezit zijn van de Russen en die de Engelse regering zonder omwegen aan het Engelse volk verschaft. Wij hebben geen middel om de waarheid van wat de CAE ons vertelt na te gaan, en geen van ons kan controleren of de wetten op de geheimhouding worden aangewend in het belang van ‘nationale veiligheid’ of ter bevordering van leugens - behalve dan de klaarblijkelijke tegenspraken tussen wat de CAE rapporteert en wat de eigenlijke waarnemers zeggen. Nemen wij deze tegenspraken in aanmerking dan blijft er absoluut geen twijfel over of de Commissie behandelt het volk van de Verenigde Staten alsof het niets anders is dan een zooitje brabbelende idioten. De meest voor de hand liggende nuchtere feiten worden in de mond van de sprekers van de CAE tot de reinste onzin. Time Magazine bijvoorbeeld, merkt op dat de gewonden bij de explosie van de eerste Maart het slachtoffer werden van ‘een uitstraling.... die tien maal zo groot was als de wetenschappelijke onderzoekers veilig achtten....’ Zonder dit rapport van de Time tegen te spreken heeft Admiraal Strauss de onbeschaamde moed om de Amerikaanse bevolking te vertellen dat de slachtoffers ‘tot hun gewone werk konden terug keren, maar(!) toch maar in Kwajelein werden gehouden ten einde verder aan de waarnemingen mee te werken’. Dit is een poging om de indruk te vestigen dat het niet zo een vaart loopt met de gewonden en dat hun leven volkomen veilig is. Een korporaal bij de marine in Kwajelein schrijft aan zijn moeder over de explosie en zegt dat de slachtoffers van de eerste Maart ‘aan verschillende brandwonden | |
[pagina 303]
| |
leden’. De CAE beweert: ‘Er waren geen brandwonden’. Later beperkt Admiraal Strauss zijn rapport tot: ‘Geen enkel van het metereologisch personeel (Amerikanen) heeft brandwonden’. Indien dit waar is, hoe staat het dan met de er bij betrokken inboorlingen? ‘De 236 inboorlingen leken(!) mij(!) ook helemaal in orde’, zegt Strauss. De opzettelijke weglatingen en tegenspraken roepen om opheldering. Wie heeft er gelogen ten opzichte van de brandwonden - de korporaal of de Commissie? En hoe kan men een uitstraling ‘tien maal groter dan de wetenschappelijke onderzoekers veilig achten’ verzoenen met de bewering van Strauss en een vroeger verschenen rapport van de CAE dat ‘allen worden opgegeven (door wie?) als gezond’? Terwijl het de moderne wetenschap jaren van experimenteren nam om voorzichtig althans iets over de uitwerking van de uitstraling vast te stellen, schijnt het scherpzinnig brein van een Strauss slechts een paar minuten nodig te hebben om geheel nieuwe uitkomsten voor het Amerikaanse volk vast te stellen. Zo spreekt ook elk rapport over de toestand van de Japanse vissers van de ‘Fortuinlijke Draak’ de medische prognosen van de sprekers voor de Verenigde Staten tegen. Aan de ene kant zegt Dr John J. Morton, directeur van de Commissie voor Slachtoffers van Atoombommen, die de gewonde vissers onderzocht, dat de slachtoffers ‘binnen een maand geheel hersteld zullen zijn’. Maar aan de andere kant vertelt de pers dat de voornaamste arts die de vissers behandelt zegt dat de slachtoffers gedurende twintig jaar nog van de uitstraling zullen lijden en dat twee of drie eraan zullen sterven. Zelfs deze conclusie lijkt nog op een grove onderschatting van de feiten. Reeds op de 17de Maart berichtte de New York Times dat de radioactiviteit van de vissen op de ‘Fortuinlijke Draak’ voldoende was ‘om schadelijk te zijn voor een ieder die acht uur lang binnen de dertig meter van de besmette vis bleef’. In het verloop van zijn rapport houdt Strauss zich niet met de kleinigheid bezig, hoe vissers die op een kleine trawler gedurende ongeveer veertien dagen samen met radioactieve vis leven, het moesten aanleggen te vermijden dat ze binnen de voorgeschreven acht uur en de dertig meters van deze gevaarlijke uitstraling bleven. Het is inderdaad zo dat Strauss op het goede ogenblik ‘vergeet’ ons bepaalde dingen te vertellen. Zo ‘vergeet’ hij bijv. dat een ander vissersvaartuig, de ‘Myojin Maru’, hoewel het 80 Eng. mijlen van het explosiepunt verwijderd was, toch nog Geiger-effecten registreerde, die volgens een bericht van Associated Press van 27 Maart ‘boven het punt van gevaar’ lagen. Alsof hij dit feit wilde anticiperen maakt de | |
[pagina 304]
| |
waarde Admiraal een toespeling op een mogelijke verandering in de richting van de wind! Zou het misschien kunnen zijn dat de bom zijn eigen atmospherische condities schept en al de voorspellingen over het weer en de explosie zelf van geen betekenis maakt? De New York Times drukt een rapport af van een Amerikaanse waarnemer van de explosie, dat er op wijst dat de bom ‘een plaatselijke storm veroorzaakte die misschien weervoorspellingen in de war stuurde die overigens juist geweest konden zijn,’ en de korporaal van de marine die we hierboven aanhaalden schrijft dat de explosie door een krachtige wind werd gevolgd. Tenslotte weet Strauss ons nog te vertellen dat er een ‘kleine toename’ van radioactiviteit in ‘een paar plaatsen binnen het vasteland van de Verenigde Staten’ is geweest. Hij beweert dat dit nog een stuk onder het niveau ligt ‘dat schadelijk zou zijn voor mensen, dieren of voor de landbouwproducten’. Wat hij ons niet vertelt is dat deze toename van de uitstraling naar het Oosten toe reikte tot New York City, en dat de Japanse vissers van de ‘Fortuinlijke Draak’ blootgesteld waren aan radioactief strontium isotopen dat een levensduur van vijfentwintig jaren bezit! Zullen deze isotopen, mijnheer Commissielid, ‘snel na de proefnemingen afnemen’? Of zijn ze misschien over de hele aarde verspreid geraakt langs lucht- en zeestromingen? Hoe kunt U van ons verwachten dat we vertrouwen van U de waarheid te horen na al deze beperkingen, tegenspraken en sluwe weglatingen? Het heeft geen nut te eisen dat de CAE ons iets mededeelt, zolang we geen middel hebben om de sluier van geheimhouding, die de werkzaamheden van de Commissie bedekt, weg te trekken. Maar gelukkig hebben andere atoom-specialisten zich duidelijker over de risico's uitgesproken. Dr Eugene I. Rabinowitch van de Universiteit van Illinois waarschuwt ronduit: ‘Uitstraling van een thermonucleus reactie.... indien er een groot aantal wordt losgelaten kan de genes van alle levende wezens binnen zijn radius veranderen. En indien cobalt aan de reactor wordt toegevoegd (zoals de CAE van plan schijnt te doen!) wordt de uitstraling verlengd’. Een medewerker voor de wetenschapsrubriek in International News Science meldt: ‘De mogelijkheid dat Japanse overlevenden van de eerste atoombommen op Hiroshima en Nagasaki dodelijke kanker kunnen krijgen wanneer ze oud worden werd door een der meest bevoegde kanker-specialisten onthuld.... Dergelijke gevolgen,’ zegt de wetenschapsman verder, ‘kunnen zich best mogelijk in de toekomst bij de Japanse vissers voordoen die onlangs bestrooid werden met de as van de deze maand tot explosie ge- | |
[pagina 305]
| |
brachte hydrogeen bom’. Dr. Jacob Furth, een geleerde van het Onderzoekingscentrum voor kinderkanker te Boston, baseerde zijn conclusies op een aantal merkwaardige feiten. Terwijl hij aan het werk was in de laboratoria van de CAE te Oak Rirge, bevond Dr Furth dat zesduizend volwassen muizen, die aan de explosie van Bikini waren blootgesteld ‘oud geworden geweldige tumors in de slijmvliezen kregen’. Het rapport vertelt verder dat ‘het onderzoek van de muizen reeds een grimmig parallel vormen van de biologische veranderingen die plaats hebben gevonden in de overlevenden van Hiroshima en Nagasaki’. De muizen kregen bloedkanker (leukemia) en verder zei Dr Furth ‘dat enige verslagen er op wijzen dat de verspreiding van leukemia in de twee Japanse steden zeven maal het normale bedroeg na het werpen van de bom’. De idioten, die de bom ontwerpen, hebben niet het geringste denkbeeld van zijn kracht en uitwerking! Ze hebben de ene misrekening na de andere begaan bij het uitdenken van de waterstofbom! In directe tegenspraak met wat Strauss heeft te zeggen bericht het lid van de regering Chet Holifield (die getuige is geweest van de explosie op 1 Maart en blijkbaar goed op de hoogte is met de feiten) over deze kwestie ‘het experiment ging zo ver buiten wat men zich had voorgesteld dat men gerust kan zeggen dat het aan alle toezicht ontsnapte’. De Engelse Manchester Guardian, een verantwoordelijke krant die steeds goed op de hoogte is, gaf uiting aan zijn twijfel of men wel goed deed. met deze proefnemingen in de Stille Zuidzee door te gaan. Volgens een telegram van Reuter stond er: ‘deze keer zullen Amerikaanse onderzoekers zich in het onbekende begeven’. Men heeft er zelfs over gesproken dat zulke thermonucleus ontploffingen kettingreacties in de aardkorst zouden kunnen verwekken. In elk geval, zoals een tijdschrift het uitdrukt, schijnen we nu een punt te hebben bereikt, waarboven louter theorie geen betrouwbare gids meer is. Onze eigen pers was maar al te blij zich op het rapport van Strauss te werpen ten einde de proefnemingen te rechtvaardigen. Zelfs voordat het rapport verscheen maakte de New York Times de Manchester Guardian een standje, door te zeggen dat het nu eenmaal zaak van de wetenschap is zich in het onbekende te begeven. Er werden toch ook tientallen mannen gedood bij de eerste experimenten met het vliegen. Ook de geschiedenis van de Poolexpedities is er een van dood door koude of verhongering. Toch werd de vliegmachine uitgevonden en de Noordpool bereikt. Helaas, heren Sulzberger, Adler en Nelson van de New York Times N.V., dit stukje drukwerk gaat niet op! De mannen | |
[pagina 306]
| |
die probeerden te vliegen of de Noordpool te bereiken riskeerden hun eigen leven - niet dat van ons! Hun binnengaan in het ‘onbekende’ was voor niemand een bedreiging behalve voor henzelf. Zoals Yamamoto, een van de vissers die het slachtoffer werden van de ‘Bikini’ het zo duidelijk zei: ‘Als we het hadden geweten dan waren we er niet geweest’. Welk mandaat was het dan, dat jullie en de regering van Truman en Eisenhouwer, gerugsteund door Strauss en de twijfelachtige wetenschappelijke talenten van een Dr Edward Teller, het recht gaf de mensheid op de rand van de afgrond te brengen? Volgens welk recht spelen jullie met millioenen levens? Wie heeft jullie het voorrecht gegeven de beschaving uit te roeien en het menselijk bestaan op aarde te vernietigen? Jullie moogt gerust, heren, jezelf naar de verd schieten als je dat wenst. Indien de afgrijzelijkheid van de waterstofbom ons moet aantonen waar de ‘wetenschappelijke’ grenzen zijn die jullie wenst te ‘koloniseren’, ga dan asjeblieft met al jullie vervloekte geleerden, generaals en zakenlieden naar Saturnus, en schiet er dan maar lustig op los, op al het ‘onbekende’. Maar wij, het Amerikaanse volk, verkiezen te blijven leven! We voelen er niets voor met jullie mee te gaan! Wanneer jullie toch liever op onze planeet wenst te blijven, weest dan zo vriendelijk het aan ons en de rest van de wereld over te laten - gezien dat het ons water en onze lucht is die door de radioactieve vergiften worden bedreigd - welke grenslanden wij wensen te ontdekken! Jullie weet zoveel te vertellen van militaire maatregelen die afschrikwekkend moeten werken. Maar, asjeblief, wat voor zin heeft een afschrikwekkend middel dat, indien het wordt aangewend, de Verenigde Staten samen met Rusland zal vernietigen? En indien, zoals jullie beweert, dit wapen zowel ons als de Russen zal ‘afschrikken’, wat is er dan het nut van met al die onzinnige proefnemingen door te gaan, die straks al het leven op onze planeet zal vergiftigen, tenzij natuurlijk jullie zowel als de Russen van plan zijn op een mooie dag de hele menselijke beschaving te vernietigen, liever dan jullie economische belangen en verouderde leefwijze op te geven? Deze vragen hebben overal ter wereld de angst voor een ramp gebracht. En toch ging de CAE, niettegenstaande protesten van de hele wereld door met zijn experimenten en bracht op 26 Maart opnieuw een bom tot explosie. Dit schandelijke fait accompli getuigt van een barbaarse, authoritaire onverschilligheid voor de publieke opinie. Door met deze proefnemingen door te gaan tegen de wens van de mensen in, en zijn kracht nog te vergroten, plaatsen de Eisenhouwers, de Straussen, de Tellers en | |
[pagina 307]
| |
de hele Commissie zich buiten de wetten van de beschaafde wereld. Geen alleen aan zich zelf verantwoordelijke regering heeft het recht de mensheid in as te veranderen. Er bestaat geen wet, geen politie, geen scheinheilig instituut, dat hoger is dan de wet van het leven zelf. De protesten tegen de experimenten hebben reeds het punt bereikt van open demonstraties in vele delen van de wereld. In Japan heeft een stormachtige eis tot onmiddellijke stopzetting van de proeven de pers en het publiek verenigd; in India heeft Nehroe persoonlijk het einde van de explosies geëist; in Engeland, zo niet in heel Europa, zijn de kranten en de bevolking in feite één in hun eis dat de experimenten moeten ophouden. De Franse minister van buitenlandse zaken is door de gevoelens van het publiek gedwongen de proeven te beschrijven als die van ‘tover-leerlingen die vaak krachten los maken waarover zij geen macht meer bezitten’. Deze landen en bevolkingen leggen er terecht de nadruk op dat wij, door de bom tot explosie te brengen en er uitgestrekte gebieden van de Stille Zuidzee mee te bedreigen, inbreuk maken op hun eenvoudig recht op de vrijheid der zeeën - een vrijheid die, volgens Amerikaanse historici, de oorzaak er van was dat de Verenigde Staten in twee oorlogen werd betrokken. En ook vele Amerikanen beginnen zich nu tegen verdere experimenten te uiten. Volgens een redacteur van een krant aan de Westkust is de algemene strekking van de brieven die hij ontvangt, dat er een einde moest worden gemaakt aan verdere proeven met de hydrogeen bom in de Stille Zuidzee. (New York Times, 4 April.) Lewis Mumford waarschuwt in een brief aan de N.Y. Times dat ‘wraak geen bescherming betekent; dat een totale uitroeiïng aan beide zijden geen overwinning betekent; dat een voortdurende toestand van ziekelijke vrees, achterdocht en haat geen veiligheid is; dat, kort gezegd, wat onbeperkte macht leek onmacht is geworden’. En in een brief aan dezelfde krant bekritiseert professor H. David Kirk in krachtige termen de houding van de N.Y. Times ten opzichte van de proeven en dringt er bij het Amerikaanse volk op aan zich tegen de experimenten te uiten. ‘In Neurenberg veroordeelden wij oorlogsmisdadigers op basis van persoonlijke verantwoordelijkheid voor beestachtige handelingen die ze onder hoger bevel begingen,’ merkt de heer Kirk op. ‘Maar wat te zeggen van onze eigen politieke leiders die, in het aangezicht van internationale twijfel en protesten, daar geen aandacht aan schenken maar er op staan dat de experimenten moeten doorgaan?.... Het is duidelijk dat de tijd is gekomen dat de gewone burger inziet welk een groot monster deze (H-bom) is geworden.... Laat men ieder van ons aanhoren. Het is nu de tijd.’ | |
[pagina 308]
| |
Inderdaad, het is nu de tijd! Elk menselijk wezen in de Verenigde Staten is het zichzelf verschuldigd om eindelijk in de drukte van het dagelijkse leven stil te staan, het dreigende gevaar scherp in het oog te vatten, en binnen de wet alles te doen om te voorkomen dat deze H-bom-krankzinnigheid al zijn plannen, inspanningen en idealen tot een rampzalig einde brengt. Er moet een wijdvertakt protest van het publiek komen tegen verdere experimenten, tegen afgrijselijke gifgassen die millioenen binnen een paar minuten kunnen doden, tegen elk middel van massa-verwoesting en vernietiging. De Amerikanen moeten aan zulke mensen als Mumford en Kirk schrijven, en aan al degenen die zich verzet hebben tegen het proefnemen en ontwikkelen van de bom. Zij moeten solidair zijn met ieder die zijn stem verheft ten bate van het gezonde verstand en zij moeten deze stemmen versterken. Iedereen die zich maatschappelijk verantwoordelijk voelt moet aan zijn wetgevers schrijven (die, als gewoonlijk, in hun gemakkelijke stoelen in het Capitol zitten te suffen) en ze laten weten dat er geen verdere experimenten meer moeten worden toegelaten en geen andere wapens die er op gericht zijn de mensheid uit te roeien, mogen worden ontwikkeld. Er moeten met dit doel openbare bijeenkomsten worden georganiseerd waaraan mannen en vrouwen van goeden wille ongeacht hun politieke overtuigingen of lidmaatschap van welke partij ook moeten deelnemen. Ieder die dit pamflet ontvangt, moet het aan zijn kennissen en buren tonen en het zo veel mogelijk verspreiden. Contemporary IssuesGa naar eind*) is bereid mee te doen aan dit protest en alles te doen wat ons blad kan om de inspanningen van enkelingen die zich tot ons wenden te coördineren. |
|