De zaak-Polak
Neen, deze keer gaat het niet om een vertrapte of vergaste Polak, maar om een beloonde en geslaagde, wij bedoelen de uit de Bredase gevangenis ontsnapte oorlogsmisdadiger, die veilig en wel in Duitsland zit, in het democratische dan; bij onze bondgenoot, zo gezegd.
Voor zijn rechter, die - och arme, welk een gewetensconflict - over zijn uitlevering moest beslissen, heeft hij zich beroepen op zijn Duits burgerschap, dat hij vond verdiend te hebben door lid van de S.S. geweest te zijn. De rechter heeft de beslissing aan het Hoge Gerechtshof overgelaten, dat deze aanspraak erkend heeft. Zijn verdienste voor Duitsland maakte hem tot Duitser. Deze uitspraak doet levendig denken aan het: ‘Recht ist was dem Volke nützt’. Klopt. Zij berust inderdaad op een decreet - U raadt het al - van Hitler.
Zover zijn we dan nu, aan de vooravond van de tiende terugkeer van onze bevrijdingsdag, die we niet meer vieren mogen. Terecht in zekere zin. Want wat is er zo nog te vieren? Zover zijn we dan nu, dank zij deze Duitse rechter.
Duitse rechter die uit onafhankelijkheid onder de Weimar-republiek republikeinen in, en monarchisten uit het gevang hielp, die onder het nazidom zijn traditie even vergat - vergissen is menselijk, niet waar - maar die zich nu, gelukkig, de onafhankelijkheid van de rechtspraak weer herinnerde, welke immers ‘de rechten van de mens’ onder elk regiem waarborgt.
Goddank, dat we die Nederlander tenminste kwijt zijn, zegt mijn vriend, die altijd de lichtzijde zoekt. Hij heeft gelijk. Voorlopig. Tot genoemde Polak weer terugkomt, namelijk. Het ging, zeiden we, deze keer niet om een vertrapte of vergaste Polak. Inderdaad niet over zo een. Of toch - in de toekomst?