Jan Romein
Het verhoor van Henry
Naar aanleiding van het verweer van dr L. de Jong.
Geen verweer op verweer. Wat ik, wat De Jong schreef, kan iedereen lezen die er belang in stelt. Omtrent de oude zaak wil ik slechts twee misverstanden uit de weg ruimen. Het eerste betreft de titel. Niet De Jong heb ik ‘misbruik van wetenschap’ verweten, maar de pers. Het tweede aangaande het slot. Ik schreef niet: aan die wetenschap zit, maar: er komt een luchtje aan, terwijl De Jong het gelezen heeft, alsof het eerste er stond. Dat ik enige blaam op hem geworpen zou hebben, anders dan die van een zekere beperktheid, welke ik nader trachtte te analyseren als ‘deskundigheid’, kan ik dan ook niet inzien.
Geen oude, wel een nieuwe zaak, ter verduidelijking van mijn bedoeling, een voorbeeld dat losstaat van de kwestieuze materie, maar er niettemin licht op werpt. Een episode uit de beruchte Dreyfusaffaire.
Op 30 Augustus 1898 ontbood Cavaignac, de Minister van Oorlog, Kolonel Henry om hem aan de tand te voelen over een der bewijsstukken tegen Dreyfus, hetzelfde dat hij kort te voren in de Kamer bekend had gemaakt en door alle burgemeesters in het land had laten aanplakken, maar waaromtrent hij inmiddels, door het aan kapitein Cuignet opgedragen onderzoek, tot de overtuiging gekomen was, dat het een falsum moest zijn, door Henry vervaardigd.
Van dat verhoor nu, waarbij ook de generaals Boisdeffre, Gonse en Roget tegenwoordig waren, hebben we een door de laatste opgesteld protocol. Het is o.a., in het Duits vertaald, te lezen bij Wilhelm Herzog, Der Kampf einer Republik, Zürich z.j. [1932] blz. 753-56. Dat het vier dagen later is opgeschreven, blijkt uit Joseph Reinach, Histoire de l'affaire Dreyfus, deel IV, Parijs 1904, blz. 184, noot 3. Dat is enerzijds van belang, omdat nu de handtekening van de ondervraagde eraan ontbreekt, die inmiddels zelfmoord gepleegd had; andererzijds weer zonder belang, omdat Henry, in zijn positie, toch alles ondertekend zou hebben, wat zijn superieuren hem voorlegden en bovendien omdat Roget zijn verslag had opgesteld uit door hemzelf gemaakte stenografische aantekeningen. In elk geval is het een authentiek, contemporain, ambtelijk stuk. Voor de deskundige om van te watertanden.