De Nieuwe Stem. Jaargang 9(1954)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 95] [p. 95] Cor. Stutvoet Portret van Federico Garcia Lorca Oog uit het hart in de nacht Wilg boven rozen, die bloeien - Takkenpatroon zwart in zwart. In twee blanke velden - boven rozen, die bloeien - velden met verse sneeuw rollen zwart-ronde kolen. Federico Garcia Lorca zwaluwen vliegen vandaar zweven door 't blauwruim, stoeien - jagen te pletter, vallen dood van het vuurtorenraam. Federico Garcia Lorca bleek ben je nu. En de rozen zijn tegelijk afgesneden, je vogels liggen verslagen, raven krijsen de nacht boven het dal van je ogen, Federico, Federico Garcia Lorca [pagina 96] [p. 96] De Aarde De aarde draagt twee zwanen in haar wapen Een ratel ratelt over de landen De dorsvloer staat gereed In 't eeuwig zwijgen steigeren de paarden. Wit zijn de rivieren van de aarde En haar borduursel is Op wit borduursel uitgespreid Om 't wonder daar in kleuren weer te geven. Aan ons de bossen en de wegen Aan ons de wolken zwanger van de regen Aan ons de zwarte grauwe witte paarden En al de wegen van de grote aarde. [pagina 97] [p. 97] Vandaag Er ligt een vuil papier op het trottoir Gisteren was ik eenzaam maar nu vinden wij elkaar. De kranten van vandaag verschijnen dadelijk - dan ligt wellicht ons vonnis op de straat. [pagina 98] [p. 98] Uw hart, Uw ogen Ik groen mijn liederen in het gras en geel ze in de boterbloemen. Maar de Gentianenklokken vond ik in Uw ogenpas. Er bracht vannacht een afgezant twee rozen naar Uw hart Uw hart, waarvoor kastanjelampen branden. Vorige Volgende