Kort bestek
Parlementair en moreel verval
Op vragen van het Kamerlid Weker over het aantal verongelukte straaljagers heeft de minister van defensie het volgende geantwoord:
‘In het tijdvak van 1 Juli 1952 tot 20 Juli 1953 werden tengevolge van vliegongevallen 30 straaljagers afgeschreven. Hierbij kwamen 14 vliegers om het leven.
Bij het vaststellen van het aantal aan te schaffen vliegtuigen wordt in aanmerking genomen, dat tijdens het gebruik van de vliegtuigen met een bepaald periodiek af te schrijven verliespercentage rekening moet worden gehouden, gebaseerd op internationale ervaringscijfers, waardoor van een financieel verlies eigenlijk niet kan worden gegesproken.
Van de afgeschreven vliegtuigen is in de meeste gevallen nog een aanzienlijke hoeveelheid onderdelen bruikbaar voor reparaties van andere vliegtuigen. De waarde van de onbruikbaar geworden vliegtuigen en de onderdelen daarvan bedraagt plm. f 4.000.000, -.
Ook in de toekomst zal volgens de minister rekening gehouden moeten worden met ongelukken met moderne jachtvliegtuigen. In het algemeen zijn vliegtuigongevallen een niet te vermijden consequentie van het gebruik van dit materieel.’
Dit antwoord, wel verre van de ongerustheid op te heffen, waaruit de vraag voortkwam, geeft aanleiding tot twee nieuwe vragen:
1e. Heeft het recht van interpellatie van het parlement nog enige zin, wanneer het ministeriële antwoord de volksvertegenwoordiging zo glashard met een kluitje in het riet stuurt, het toch ‘bepaalde’ verliespercentage, waar de hele vraag om draait, onbepaald laat, maar de kruideniers onder de Kamerleden gerust stelt met de plm. 4 millioen waarop men het oud roest van al deze ongelukken heeft kunnen(?) taxeren?
2e. In de laatste wereldoorlog, toen we langzamerhand wel aan het een en ander gewend waren geraakt, lazen we huiverend over die nieuwste vorm van robotisme - bij de ‘anderen’ natuurlijk - de eenmans-zelfmoordduikboot. Wanneer wij nu - in vredestijd - om welk hoger doel dan ook, de zelfde weg op gaan, moet dan de Nederlandse volksvertegenwoordiging, en het Nederlandse volk met haar, zo zoetjes aan over die gevaarlijke streep getrokken worden, dat de minister ons niet explicit mededeelt of die veertien mensenlevens ook van te voren ‘hineinkalkuliert’ zijn en dus ook hier ‘van een verlies eigenlijk niet gesproken kan worden’?