Norman Cousins, Who speaks for man? The Macmillan Company, New York, 1953. 320 blz., 3.50.
De schrijver van dit boek is redacteur geweest van The Saturday Review, is president van de United World Federalists, vice-president van het Amerikaanse P.E.N. Centrum, is bijzonder in paedagogische zaken geinteresseerd en heeft lange reizen gemaakt, vooral in Oost-Azië. Hij heeft in zijn tijdschrift een serie artikelen geschreven, die ook in boekvorm zijn verschenen onder de titel: De moderne mens is verouderd. De bom op Hirosjima had hem de ogen geopend voor de komst van een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis, waarin de mens óf zijn toekomst als bewoner van een wereld die wel één, maar nog niet een geheel is geworden, in handen moet nemen óf de ondergang tegemoet gaat in deze atomische eeuw. ‘Wie neemt het op voor de mens?’ zo zou men de titel van het boek kunnen vertalen. Het antwoord van de schrijver - en hij denkt sterk in de categoriën van uitdaging en antwoord - is, dat er geen instantie is die het voor de mens, waar hij ook woont, opneemt, d.w.z. niet voor de gehele mens. Het is de industriële revolutie, voor vele streken van de wereld nog maar van recente datum, die de wereld weliswaar één, maar niet tot een geheel maakt. De oude bindingen verdwijnen in de woestenij waarmee de gelijkmakerij over de wereld strijkt; het gaat er om de verscheidenheden niet ten offer te brengen, maar ze te integreren in een geheel: to make the world safe for diversity.
Zijn streven gaat uit naar een wereldregering, die niet door één macht of dreiging van een macht tot stand is gekomen, maar door de besliste wil van de velen die de vrede als eerste voorwaarde willen zien voor een menselijk bestaan. De schrijver is geen aanhanger van het historisch determinisme, heeft uit de bestudering van de ondergang der Griekse, als van het ontstaan van de Amerikaanse democratie de overtuiging gewonnen, dat men niet mag spreken van onvermijdelijkheden in de geschiedenis, inzoverre dan, dat op elke uitdaging er een antwoord mogelijk is uit meer mogelijkheden binnen het bereik van de mens.
Een groot deel van het boek is ingenomen door uitermate boeiende reisbeschrijvingen, ervaringen en gesprekken over eigentijdse vraagstukken, die hier niet in abstracto, maar aanschouwelijk voor ons worden geplaatst. Het kan gaan over Duitse studenten, anti-nazisten natuurlijk, die op één na (die dan ook de verachting der anderen verdient, vinden zij) de