De Nieuwe Stem. Jaargang 8(1953)– [tijdschrift] Nieuwe Stem, De– Gedeeltelijk auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 375] [p. 375] Jan Fekkes Verzen voor Tien Gedichten schrijven woorden po-ee-zie schrijven de problematiek van het bestaan wie lacht daar heeft met poëzie niets te maken op de eerste rij knikken zij ja nu zou je ze niet nee wat denken zij dat een lied is wat weten zij van bestaan niet dat dit een gedicht is dat zou het kunnen zijn als iemand niet gelachen had dom en brutaalweg gelachen had daarom is het zo pijn lijk gedichten schrijven het is een probleem. [pagina 376] [p. 376] Zie je dat paard niet het groene paard het grijze paard daar ginds bij die boomgaard daar vlak bij die weide grijp toch hun teugels ik wed dat de nachten dan weer zullen geuren en regen van sterren valt ruisend voorbij hoor je het kloppen het doffe der hoeven hoor je het niet waarom niet waarom niet. [pagina 377] [p. 377] Campanulla capeet ik weet wat jij niet weet de meisjes zingen in de bossen zij zoeken er naar rode vossen en soms hebben zij beet je moet er liever maar niet komen dan steekt de bijl diep in de bomen en 't laatste wat je weet is leed. Vorige Volgende