beeld de Sigarenmakersbond was dat vraagstuk van belang. Merkwaardig genoeg, lag dáárin later, de kiem van de Januari-Spoorwegstaking in 1903.
Een bijzondere wereld van ruwe en zware arbeid is die van de Werkers in ‘Het Transportbedrijf’. Soms rauwe kornuiten, met ruwe schors en blanke pit. Hun worsteling en groei naar éénheid, gaf jarenlang - 1896 tot 1903 - reden tot onderling geschil.
Stakingen door loongeschillen en om bedrijfsmoeilijkheden waren in het Watertransportbedrijf en bij de Veem- en Dokwerkers, veelvuldig.
Alles wat werkzaam was in het Vaderlands Transportwezen, kwam dagelijks met elkaar in aanraking; ongeacht hoe georganiseerd; of niet.
De belangrijkste organisaties waren die van de ‘Nederlandse Vereniging van Spoor- en Trampersoneel’, waarvan het Hoofdbestuur te Utrecht zetelde, onder Jan Oudegeest als Voorzitter. Daarnaast stonden de z.g. Categorale Spoorwegmannen, van de H.S.M. Machinisten Vereniging: ‘Eendracht maakt Macht’; de Vereniging van Tractie-personeel ‘Ons aller Belang’ en de Vereniging van Wegpersoneel: ‘Door Vereniging Verbetering’. De Machinist F.H. Petter was dáár de leidinggevende figuur.
‘De Federatie in het Watertransport’ omvatte: Dok- en Veemarbeiders Vereniging; Scheeps- en Bootwerkersbond: ‘Recht en Plicht’; Algemene Binnenschippersbond; Machinisten en Stokersbond; Schuitenvoerdersvereniging: ‘Eendracht maakt Macht’; Vereniging van Kapiteins, Stuurlieden en Dekpersoneel; Graanwerkersvereniging ‘Door Eendracht Verbonden’; Houtwerkersvereniging ‘Streven naar Verbetering’; Pakhuisknechten Vereniging: ‘Handel en Nijverheid’.
De Federatie der Organisaties in het Watertransport, had in haar leider A.C. Wessels, een naarstig, toegewijd, stug werker. Hij was in de kring der Scheeps- en Bootwerkers, de Dok- en Veemarbeiders en Zeeliedenbond, even populair als Oudegeest en Petter in hun Spoorwegorganisaties. In de Vemen, was de Pakhuisknechten-Vereniging ‘Handel en Nijverheid’, waarin Ko van Oogen de gezaghebbende figuur was, door zijn rechtschapenheid en helder oordeel. Hij was bovendien een zeer tactvol man, die de al te onstuimige gemoederen beheerste.
De Waagdragersbazen (beëdigde Weegmeesters) en de ‘Spreeuwen’ (Veembazen, Controleurs bij het opbergen en afleveren der goederen) in dienst van Blauwhoedenveem en Vriesseveem, enz. De ‘Spreeuwen’, namen dagelijks de losse sjouwerlieden in dienst. Naar eigen inzicht